Onderbouwing lijkt matig

PBL-rapport over mestfraude discutabel

11 Mei 2017 - Sjoerd Hofstee - 1 reactie

Fraude met mest komt zonder meer voor. Echter, de inschatting over de omvang daarvan, eind maart geuit in een omvangrijk rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), is discutabel en lijkt niet wetenschappelijk onderbouwd.

Enkele dagen na de publicatie van het PBL-rapport werden er in de Tweede Kamer al vragen over gesteld: Hoe is het mogelijk dat er 30 tot 40 procent mest in het zwarte circuit rondgaat?

Ook de (agrarische) pers pikte dit onderdeel massaal uit het PBL-rapport. Dat is ook niet zo vreemd, want het hoofdstuk over mestfraude wordt geopend met deze aantijging. Waarbij vermeld wordt dat het 'mogelijk' zo is en dat RVO en NVWA deze conclusie trekken op 'aangegeven van cijfers door de sector zelf genoemd.'

Samenstelling van mestmonsters klopt niet

Sectorsignaal
Navraag leert dat het PBL, en de andere Wageningse onderzoeksrapporten waar het PBL-auteurs naar verwijzen, zich baseren op artikelen uit Nieuwe Oogst en Boerderij uit januari 2014.
De auteur van het rapport en PBL-medewerker Hans van Grinsven bevestigt dat: 'Toenmalig LTO akkerbouw-voorman Jaap Haanstra en Hans Verkerk van Cumela hebben dat toentertijd vermeld.'

Van Grinsven stelt echter dat dit cijfer niet het enige is waar hij zich op baseert in het rapport. 'Naast het sectorsignaal hebben wij bevindingen van een ander recent onderzoek meegenomen, waarin de overtredingen (geconstateerd door het NVWA) beschreven staan en hebben wij geconstateerd dat het vaker voorkomt dat de samenstelling van de mestmonsters niet klopt.'

Serieuze aanwijzing
'Als andere pijler hebben wij de CBS-uitwerking, die wijst op "verdwijnen" van mest, tot wel 30 procent in enkele regio’s, volledig nagerekend voor het zuidelijke veehouderijgebied. Door maximaal rekening te houden met correcties voor (onder andere) nevenvestigingen, de derogatie en BEX en met onzekerheden, zoals dieraantallen, excretie per dier en mestsamenstelling hebben we als het ware proberen aan te tonen dat die 'overbenutting' niet het gevolg is van mestfraude.'

Van Grinsven stelt dat daaruit naar voren kwam dat in de regio Zuidoost-Brabant de 'overbenutting' voor stikstof tussen de 4 en 28 procent ligt en voor fosfaat tussen de 8 en 29 procent. 'Die mest is er dus wel, maar is nergens geplaatst of geregistreerd. Dat is daarmee een zeer serieuze aanwijzing dat percentages tot die hoogte in het zwarte circuit zijn verdwenen.'

Onwaardige rapportage
Hans Verkerk van Cumela hekelt de conclusies van het PBL ten zeerste. 'Allereerst baseren zij zich op een 3 jaar oud artikel uit de Boerderij, waarin mijn uitspraken volledig verkeerd zijn geïnterpreteerd en weergegeven. Ik heb louter bevestigd dat ik de geluiden ken dat er wellicht 30 tot 40 procent mest in het zwarte circuit omgaat, maar ik heb nooit gezegd of bevestigd dat dit percentage klopt.'

Conclusies PBL niet op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd

Geen wetenschappelijk onderzoek
Daarnaast stelt Verkerk dat het PBL haar conclusies niet baseert op wetenschappelijk onderzoek. 'De NVWA-onderzoeksresultaten, waar het PBL naar verwijst in het rapport, zijn (deels) selecte controles. De NVWA had dus aanwijzingen, op basis waarvan de controle werd gepland of uitgevoerd. De enige representatieve gegevens van resultaten die het PBL opneemt, geven aan dat het gemiddeld aantal overschrijdingen van de gebruiksnormen 0,7 procent is. Dat is dus een zeer goede naleving.'

Verkerk zegt dat het PBL met de tabellen en informatie, die zij opneemt, een beeld geschapen heeft van grootschalige fraude, terwijl die door deze wetenschappelijke instellingen niet onderbouwd wordt. 'Dit is in onze ogen, het Planbureau voor de Leefomgeving en de wetenschappers die het achtergrondrapport hebben geschreven onwaardig.'

'Verkerk zat in commissie'
Hans van Grinsven wijst erop dat Verkerk zelf deel uitmaakte van de begeleidingscommissie voor het opstellen van het rapport 'Evaluatie Meststoffen', waar het hoofdstuk mestfraude onderdeel van uitmaakt. Verkerk nuanceert zijn rol en scherpt zelfs zijn kritiek aan: 'Ik had slechts zitting in de begeleidingscommissie van één deelonderzoek dat CBS-cijfers over mestplaatsing in Zuidoost-Brabant volledig onder de loep nam. Na het volledig afpellen van deze cijfers, kwam daar een percentage van 4 tot 8 procent uit als onverklaarbare overschrijding.'

Waarom dat niet is opgenomen, weet ik ook niet

Die uitkomsten geven een heel ander beeld dan de huidige cijfers omtrent overbenutting voor stikstof. Namelijk de cijfers tussen de 4 en 28 procent voor stiktstof en en voor fosfaat tussen de 8 en 29 procent. 'Waarom onze einduitkomst niet door het PBL opgenomen is in het rapport, weet ik ook niet', zegt Verkerk.

Meer kritiek
Donderdag 11 mei, wordt de Tweede Kamer bijgepraat door Hans van Grinsven over het PBL-rapport. Volgende week dinsdag 16 mei staat er een gesprek gepland tussen het Mesdagfonds en het PBL. Jan Cees Vogelaar, voorzitter van het Mesdagfonds, liet al weten de rapportage als onjuist en misleidend te zien.

Het hele rapport is te lezen via deze weblink. Hoofstukken 6 en 7 gaan in op de mestfraude problematiek.

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten
Regenradar
Powered by Agroweer
Reacties
1 reactie
Abonnee
boereke 11 Mei 2017
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/varkens/artikel/10874465/pbl-rapport-over-mestfraude-discutabel][/url]
Kunnen wij als landbouw sector geen tegen onderzoek doen met feiten ipv aannamens met marge,s tussen 4 en 29 %
U kunt niet meer reageren.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Schrijf je in en ontvang elke dag het laatste nieuws in je inbox

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden