Inside: Ondernemen

China wordt steeds meer zelfvoorzienend

19 Januari 2018 - Sarah Burgers

De Chinese zuivelproductie neemt in 2018 naar verwachting verder toe, net als de eigen vleesproductie. Het land kan nog niet zonder import, maar wordt wel steeds meer zelfvoorzienend. Betekent dit dat de export naar China onder druk komt te staan?

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past
Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Mede-auteurs zijn Kimberly Bakker en Esther de Snoo

Momenteel vormen de Verenigde Staten (VS) de grootste zuivelmarkt, maar dit zou in de komende jaren weleens kunnen veranderen. Zo daalt de vraag naar zuivel in de VS sterk, terwijl deze in China juist behoorlijk toeneemt. De verwachting is dan ook dat China in 2022 de grootste zuivelmarkt zal zijn.

Daarnaast wordt er verwacht dat de Chinese zuivelproductie in 2018 zal toenemen, en dat dit een einde zal maken aan de alsmaar stijgende hoeveelheid dat geïmporteerd wordt. Er wordt verwacht dat de import in 2018 op 520.000 ton zal uitkomen; in 2017 was dat nog 575.000 ton. Europese landen, met name Duitsland, blijven de grootste exporteurs van zuivel naar China (marktaandeel van 65%).

Echter, het land heeft ook enige tegenslagen gehad. Zo kreeg China in 2008 te maken met het melkpoederschandaal. Als gevolg hiervan verdween een kwart van alle zuivelfabrieken en viel het marktaandeel van Chinese melk terug van 65% terug naar 30%. Het schandaal zorgde er tevens voor dat de eerste voedselveiligheidswet in China werd ingevoerd. 

Daarentegen is China, met een jaarlijkse groei van 9%, wel de recordhouder van het snelst ontwikkelde land ooit. Dat betekent ook dat het land goed is voor 15% van de wereldeconomie en dat bijna 20% van de wereldbevolking in China woont. Maar hoe groot is de Chinese landbouwsector, en waar liggen de kansen voor Nederlandse exporteurs?

(Tekst gaat verder onder de foto)Zo'n 20% van de totale wereldbevolking woont in China.

Vleesafzet naar China neemt af
China importeerde in 2017 voornamelijk meer rundvlees, maar de afzet naar het land is over het algemeen met 9% gedaald. Het land importeert met name minder grote volumes varkens- en pluimveevlees. Uruguay, Brazilië, Argentinië en Nieuw-Zeeland vormen de 4 belangrijkste leveranciers.

De Chinese vleesproductie steeg vorig jaar met 2%, zo blijkt uit het kwartaalbericht van Rabobank. Door de aangepaste milieu- en veiligheidsregels vindt er in China een herstructurering van de varkenssector plaats. De kleine bedrijven moeten plaatsmaken voor de grote en moderne varkenshouderijen. De toename in eigen productie heeft de Chinese import van varkensvlees omlaag gedreven (-27% tot 833.000 ton).

Hoewel de Chinese economie nog steeds groeit, gaat dit de laatste jaren wel minder hard. Dat heeft effect op de internationale markten, aldus Stefan Vogel (Rabobank Food & Agribusiness Research). "De ontwikkelingen op de aandelenbeurs hebben geleid tot een prijsdaling van de grondstoffen die China importeert. Beleggers willen daarom graag in agrarische grondstoffen investeren."

Globalisatie verandert de cultuur
Wat tevens opvalt, is dat de invloeden vanuit de westerse wereld goed zichtbaar zijn in China. Het traditionele Chinese dieet is gebaseerd op graanproducten en groenten. Door globalisatie is dat veranderd. De globalisatie heeft tot uitwisseling van cultuur en eetgewoontes geleid. Zo behoorden zuivelproducten vroeger niet tot het dieet, al helemaal niet op het platteland.

Echter, vandaag de dag is zuivel een standaard onderdeel van de voedselinname. Toen China in 1949 werd opgericht, dronk de gemiddelde Chinees 2 glazen melk per jaar. De vraag naar melk steeg pas toen het land te maken kreeg met buitenlandse invloeden. Aan het einde van de jaren '90 was melk een vast onderdeel van het dieet. Oud-premier Wen Jiabao benadrukte dit in 2016: "Ik heb de droom om elke Chinees, vooral kinderen, te voorzien van voldoende melk."

(Tekst gaat verder onder de foto)Pas aan het einde van de jaren '90 was melk een vast onderdeel van het Chinese dieet.

Naast de introductie van zuivelproducten, werd ook vlees steeds populairder. Veel Chinezen zagen vlees als een luxeproduct. Van 1970 tot 2014 is de vraag naar varkensvlees met jaarlijks met gemiddeld 5,7% gestegen. Daarnaast consumeert China meer vlees dan enig ander land (74 miljoen ton: varkensvlees, rundvlees en gevogelte). Dat is 2 keer zoveel als de Amerikanen consumeren.

Echter, de verwachting is wel dat de vleesconsumptie zal veranderen en zal afnemen. Dit wordt met name veroorzaakt door de vergrijzing in het land. Daarnaast heeft de Chinese overheid een plan opgesteld om de vleesconsumptie met 50% te verlagen. Dit wegens milieu- en gezondheidsoverwegingen.

Import alsnog belangrijk
De Chinezen importeren behoorlijk wat producten. Dat heeft er grotendeels mee te maken dat China maar 10% van de wereldwijd bebouwbare grond bezit. Dat heeft vroeger zelfs geleid tot chronische voedseltekorten en hongersnood. Om deze tekorten te voorkomen, investeren Chinese bedrijven nu massaal in landbouwgronden in het buitenland (met name in Australië en Afrika). 

Daarnaast heeft de Chinese overheid de voedselindustrie sinds de jaren '80 willen stimuleren door subsidies uit te delen. Zo betaalde de overheid in 2012 nog zo'n $165 miljard aan landbouwsubsidies uit. Ter vergelijking: Japan betaalde in hetzelfde jaar $65 miljard aan subsidies uit en de Verenigde Staten (VS) betaalden $30 miljard uit. Echter, zelfs met deze 2 maatregelen redt China het niet zonder import uit het buitenland.

Ook heeft het land vaak te maken met voedselveiligheidsproblemen, zoals het eerdergenoemde melkpoederschandaal. Dat soort schandalen hebben ervoor gezorgd dat de Chinezen de voorkeur geven aan geïmporteerde producten. Om de eigen producten en de voedselveiligheid te verbeteren, heeft de overheid nieuwe beleidsplannen opgesteld. Zo moet een 5-jarenplan de efficiency en kwaliteit van de landbouwsector in China verbeteren.

Een goed voorbeeld van de massale import, is de import van sojabonen. China importeert ongeveer 60% van de sojabonen, voornamelijk uit de VS en Brazilië. De overgang van de 'achtertuinlandbouw' naar de moderne landbouw heeft veel invloed op de sojabonenimport. Zo gaven kleinere familiebedrijven hun vee de beschikbare voedergewassen, maar de massabedrijven gebruiken het moderne voer (met als hoofdingrediënt soja). Dat heeft ertoe geleid dat de sojabonenimport in 2015 een historisch hoogtepunt bereikte.

(Tekst gaat verder onder de foto)Hoewel het land ook zelf sojabonen oogst, blijft de import ervan ontzettend populair.

China importeert veel uit de Europese Unie (EU). De export naar China is een van de belangrijkste drijfveren achter de groei van de Europese landbouwsector. Nederland exporteerde in 2017 ongeveer 65.000 ton varkensvlees naar China en staat daarmee op de zesde plek. Echter, in 2016 lag dat getal nog 32,5% hoger. Daartegenover staat wel dat de Chinese import van bijproducten uit Nederland met ruim 12% is gestegen, terwijl de totale import van bijproducten juist daalde met een kleine 10%.

Populariteit van zuivel stijgt fiks
Vandaag de dag zijn gigantische zuivelbedrijven de norm geworden in China. De grootste bedrijven houden rond de 40.000 koeien. Dit alles in de hoop de Chinese melkindustrie te stimuleren, om zodoende minder te hoeven importeren. Om het vertrouwen van de consument terug te winnen, opende Shijiazhuang Junlebao Dairy Co. Ltd (een van de grootste zuivelfabrikanten) een pretpark. Het doel hiervan is om de Chinese consument meer te leren over melk en om de consumptie ervan toe te laten nemen.

Het lijkt effect te hebben, want het marktaandeel van de Chinese melk is in 2017 gestegen naar 70%. Toch blijft geïmporteerde melk een belangrijke concurrent. Dit omdat de Chinezen onder de indruk zijn van houdbare zuivelproducten, vooral geïmporteerd uit Duitsland en Nieuw-Zeeland. Daarbij zijn de productiekosten een grote uitdaging voor de Chinese zuivelindustrie. Deze kosten liggen in China bijna 2 keer zo hoog als in Ierland. Dit komt vooral door de stijgende salarissen en de hoge prijzen voor veevoer.

(Tekst gaat verder onder de foto)De productiekosten voor melk liggen in China 2 keer zo hoog als in Ierland.

Koploper van de toekomst?
De industrialisatie heeft wel geleid tot milieuschade, met vergaande gevolgen voor de landbouwproductie. Naar schatting is ongeveer 1/6 van het land vervuild door giftige uitstoot. Daarnaast is 60% van al het grondwater vervuild. De aanpak van dit probleem staat hoog op de prioriteitenlijst van de Chinese overheid.

Daarom staat ook duurzaamheid steeds centraler in het Chinese beleid, niet alleen in de landbouwsector. Zo heeft China afgelopen jaar het grootste drijvende zonnepanelenpark in gebruik genomen. Het imago van grootvervuiler is nog niet uitgewist, maar China investeert meer en meer in wind-, water- en zonne-energie. Begin 2017 gaf het land aan om voor 2020 $360 miljard in duurzame energie te investeren.

Een van de veelbelovende plannen is om te investeren in verticale boerderijen. Dit moet zorgen voor minder milieuvervuiling en een hogere productie. Meer dan 40 onderzoeksinstituten doen onderzoek naar deze manier van boeren en naar andere manieren om landbouw efficiënter te maken. Het grootste voordeel van het verticaal boeren is het minimaliseren van het risico, omdat er geen overlast is van de onregelmatige weersomstandigheden.

(Tekst gaat verder onder de foto)De Chinese overheid focust zich steeds meer op duurzaamheid en groene energie.

Nederland versus China
China behoort tot de 10 belangrijkste exportmarkten van Nederland. De handel met China had in 2016 een omvang van €45 miljard, waarvan €10 miljard uit Nederlandse goederenexport bestond. Dat komt neer op 1,8% van het totaal. Daarnaast exporteerde Nederland circa €2,3 miljard aan diensten naar China.

De grootste kansen zitten in de export van kennis. Nederland loopt voor op het gebied van landbouwkennis en dat hebben ze in China hard nodig. "Nederland loopt ver voor op landbouwgebied, ook wat betreft faciliteiten, technieken en manier van leidinggeven. Op al die gebieden kunnen wij veel van jullie leren", zo laat Xia Xinfi, directeur van een Chinees Agri-Tech bedrijf, weten. Door de toepassing van Nederlandse technieken is de oogst van de Chinese boeren met 20% gestegen. 

Ook de Nederlandse export van landbouwmaterialen, -kennis en -technologie zit in de lift en heeft momenteel een aandeel van ruim 10%. In 2016 bedroeg de uitvoer van landbouwmachines, meststoffen en speciale klimaatsystemen op bijna €9 miljard, een stijging van 2,2% ten opzichte van 2015. 

Voormalig staatssecretaris Martijn van Dam zei dan ook: "We slagen er goed in om onze koppositie in Europa en in de wereld te versterken. 'Made in Holland' staat al lang niet meer alleen voor tulpen en kaas. We zijn wereldwijd steeds groter in kennis en technologie. In de toekomst willen we bijdragen aan een goede, gezonde en duurzame wereldvoedselvoorziening. En dankzij onze slimme, innovatieve producten en technologieën kan dat ook." Daarmee concludeert Van Dam dat Nederlanders vooral kansen hebben in het oplossen van problemen, waar landen zoals China mee kampen.China wil investeren in verticaal boeren, zoals hierboven in Italië al gedaan wordt.

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden