Er bestaat veel onzekerheid over het voortbestaan van de productschappen, maar dat is geen argument voor de schappen om tot elke prijs te blijven bestaan. Tijdens de perslunch van het productschap Vee en Vlees (PVV) en het productschap Pluimvee en Eieren (PPE) maakte Bart Jan Krouwel, voorzitter van het PPE, duidelijk dat wanneer er te weinig overblijft de schappen vrijwillig ophouden te bestaan.
Nog in het eerste kwartaal hopen de schappen duidelijkheid te krijgen over de toekomst, maar of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren hangt met name van de politiek af. Toch is die duidelijkheid hard nodig om te bepalen welke koers de schappen gaan volgen. Bij zowel het PPE als het PVV staat echter vast dat promotie en kwaliteitssystemen in de toekomst niet meer tot de takenpakketten horen.
Dat de heersende onzekerheid het werk van de schappen lastig maakt wordt tijdens de perslunch al snel duidelijk uit de woorden van PVV voorzitter Steven Lak die bij veel zaken erbij moet zeggen dat alles afhangt van hoe en of de schappen er in de toekomst nog zijn. Minder terughoudend is Bart Jan Krouwel. Hij laakt het gebrek aan duidelijkheid vanuit de politiek. Ook geeft hij aan dat wanneer er te weinig overblijft de kans bestaat dat de schappen vrijwillig stoppen met bestaan.
Mochten de schappen stoppen met bestaan komt al het werk, waaronder beleid met betrekking tot diergezondheid en voedselveiligheid op het bord van de landelijke politiek terecht. "Ik sluit dit scenario niet uit." Lak laat het erbij door te zeggen dat de schappen het goed vinden dat er gemoderniseerd wordt en dat er een nieuwe balans gevonden moet worden.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.