De Europese melkprijzen kunnen dit jaar tot gemiddeld een recordhoogte stijgen. Doordat de melkveehouders echter te maken hebben met hogere kosten van met name voer, levert het hen geen groter rendement op. Dit kwam naar voren bij de presentatie van de Europese Melkprijsvergelijking van LTO Nederland donderdag in Langerak.
Gelet op de ontwikkeling van de melkprijzen sinds begin dit jaar, waar de noteringen consequent boven het niveau van vorig jaar opereren, kan het volgens Willem Koops, onderzoeker van het Productschap Zuivel, niet anders dan dat er over 2013 een gemiddelde recordmelkprijs op de Europese markt wordt gerealiseerd. De perspectieven voor het komende halfjaar zijn immers zeker niet ongunstig, gelet op bijvoorbeeld de enorme vraag naar zuivel op de markt, zoals bijvoorbeeld naar China. Het vorige record stamt uit 2011 met een gemiddelde Europese melkprijs van 35,04 euro per 100 kg standaardmelk.
Toch heerst onder de melkveehouders geen euforie over de stijgende melkprijzen. Kees Romijn, voorzitter van LTO Melkveehouderij, spreekt liever van een correctie, omdat de hogere melkprijzen nodig zijn om de stijgende kosten te compenseren. "Nederland heeft het afgelopen jaar voor het eerst niet het quotum volgemolken, mede omdat meer naar het rendement wordt gekeken. De kosten voor bijvoorbeeld voer zijn met 6 tot 7 procent gestegen en die zijn nu nog steeds aan de hoge kant. De komende driekwart jaar zit er zeker nog geen rendementsverbetering in."
Volgens Romijn lijken hogere kosten een structurele ontwikkeling te worden. Dit betekent dat de melkprijs ook structureel hoger moet worden. De afgelopen drie jaar en zo goed als zeker dus dit jaar, zijn qua melkprijs redelijk stabiel te noemen. Romijn benadrukt echter dat melkveehouders zich ook moeten wapenen tegen lagere melkprijzen. "Wij melkveehouders denken toch door de bank genomen altijd aan het voorkomen van belasting betalen door te blijven investeren. Dat maakt ons wel kwestbaar, zeker als de melkprijzen steeds meer gaan fluctueren. Dan zijn financiële buffers noodzakelijk. Daardoor komen er zeker ook meer kengetallen in de melkveehouderij die sturen op marge en rendement."
De LTO-melkveevoorman benadrukt wel dat in de melkveehouderij niet inbesuisd wordt geïnvesteerd in bedrijfuitbreiding. Volgens de ramingen gaat de melkproductie bij het verdwijnen van het melkquotum weliswaar met 10 tot 20 procent omhoog, maar Romijn voegt toe dat ook het effect van de stoppers niet moet worden vergeten. Jaarlijks sluit 2 tot 3 procent van de melkveehouders de deuren. "Willen wij de huidige Nederlandse melkplas op peil houden, dan moeten de blijvende melkveehouders de komende tien jaar hun productie verdubbelen."
Een voerprijzenvergelijking als methode om de kosten te beheersen, zoals op de presentatie wordt geopperd, noemt Romijn een sympathiek idee. De ondoorzichtige voermarkt met de vele aanbieders en de verschillen in voersamenstelling maken dit echter lastig. "Je merkt dat hier in Nederland binnen de coöperaties amper discussie is over de hoogte van de voerprijzen", vertelt Romijn. "In het buitenland nemen agrarische ondernemers veel meer positie in op de termijnmarkt voor het afdekken van de prijsrisico"s. Maar of zulk een methode aan het einde van de dag ook het goedkoopste is, betwijfel ik ten zeerste."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.