Het is één ding voor een fabrikant om innovatieve machines te ontwikkelen maar, om die vervolgens zelf in de praktijk in te gebruiken is een tweede zaak. Uitvinder en machinebouwer Michael Horsch, de grote man achter het Zuid-Duitse merk, ondernam die stap. Twee jaar geleden kocht hij een 3.300 hectare groot akkerbouwbedrijf in Tsjechië. Hopeloos verouderd en de grond in slechte staat. Met behulp van een rijpadensysteem en rupsbanden is in twee jaar tijd veel goedgemaakt.
Michael Horsch, de man achter het bekende Duitse machinemerk Horsch, is zeker van zijn zaak: Om de capaciteit te verhogen, bodem te ontzien en meer opbrengst te behalen is het nodig om met een rijpadensysteem te werken. Daarnaast moet intensief gebruik worden gemaakt van rupsbanden om bodemdichting tot een minimum te beperken. Terwijl de meeste fabrikanten het bij een visie houden ging Horsch een stap verder. De uitvinder uit Beieren kocht in 2012 een akkerbouwbedrijf, nabij Praag in Tsjechië, met 3.300 hectare akkerbouwgrond. Dit draagt de naam Agrovation en wordt als proeftuin gebruikt om CTF-technieken (Controlled Traffic Farming) te ontwikkelen en problemen te tackelen. Op het gebied van gewassen als tarwe, koolzaad en korrelmaïs lukt dat inmiddels uitstekend.
Horsch viert dit jaar hun dertig jarig jubileum. Ondanks dat de fabrikant in Nederland nauwelijks aanwezig is geniet het wereldwijd veel bekendheid. Naast West-Europa heeft Horsch in Rusland en Noord-Amerika productielocaties. Voor Rusland, Australië en Noord-Amerika bouwt de fabrikant extreem brede zaaimachines, van 12 tot 18 meter. Zo kwam het in aanraking met de implementatie van een rijpadensysteem, internationaal beter bekend als CTF. Met diebasis experimenteert Horsch nu zelf in Europa.
In April 2012 kocht Michael Horsch een 3.300 hectare groot gemengd bedrijf met akkerbouw en koeien. Het bedrijf was blijven hangen in een communistische werkwijze uit de jaren 60, met een vloot van 58 trekkers en 6 maaidorsers. Na een flinke reorganisatie is dat aantal teruggevoerd tot 8 trekkers en 2 maaidorsers. Omdat alle bestaande werktuigen waren versleten besloot Horsch een nieuw machinepark samen te stellen, waarbij 12 meter de standaard werd.
Dankzij zijn grootte heeft het bedrijf een flinke diversiteit aan percelen en grondsoorten. Kleigrond vormt de hoofdmoot, met leem in de berggebieden en zand op enkele plekken. De percelen variëren in grootte van 250 tot 0,5 hectare, met veel hoekpunten. Een bijkomend nadeel zijn de 346! hoogspanningsmasten die alle percelen doorkruisen. Als bijkomend nadeel pakte seizoen 2013 extreem nat uit, waardoor het land alleen begaanbaar was met rupsvoertuigen. Volgens Michael Horsch berijdt je bij een drie meter systeem 80 tot 90 procent van de grond. Bij vier tot zes meter is dat tussen de 50 en 70 procent. Reden voor Horsch om te werken met 12 meter, en in de toekomst wellicht 18 meter. Daar wordt nu al mee geëxperimenteerd. Hierbij wordt slechts 15 procent van de grond bereden.
Afgezien van de zelfrijdende veldspuit staat het complete machinepark van Horsch nu op 80 centimeter brede rupsbanden. De maaidorsers, zaaimachines en cultivators hebben allemaal een werkbreedte van 12 meter. Bij de veldspuit en kunstmeststrooier wordt 36 meter gehanteerd.
Bronnen: Horsch, Maskinbladet, Mechanizaceweb, CTF Europe
Foto’s: Horsch, Mechanizaceweb, Agrifoto – G. Oeding
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/fotos/foto/item/10858749/Horsch-gaat-bodemverdichting-te-lijf]Horsch gaat bodemverdichting te lijf[/url]