Na het dieptepunt vorige week dinsdag, wist de tarwemarkt in de dagen erna weer omhoog te klimmen. Maar dat ging niet van harte. Daarmee wisten de termijnmarkten de winsten van voor het weekend niet vast te houden, zo blijkt uit de analyse van DCA Voer.
Liepen de tarwemarkten voor het weekend nog op door lage oogstprognoses in Kansas, begin deze week sloeg het sentiment om. Maandag sloot de Matif op 175 euro; een kwartje hoger. Maar dinsdag begin van de middag was dat kwartje alweer compleet in rook opgegaan. New York belande maandag meteen in de rode cijfers; een kwartje verlies op het meicontract. De CBoT settelde op 476,25 dollar per bushel.
Aanzet voor de daling is het groeizame weer en ook de aanloop naar het WASDE-rapport dat deze week verschijnt heeft invloed op de prijs. Neerslag in de Zuidelijke en Noordelijke Plains drukken de markt. De stand van de Amerikaanse gewassen scoorde beter, met uitzondering van gebieden in Oregon en Washington waar gewassen er minder goed voorstaan.
Al met al is het vrij rustig op de tarwemarkten doordat handelaren in afwachting zijn van het USDA-rapport. Voordat zij grote bewegingen maken, willen zij weten hoe het gewas er voor staat, hoe groot de voorraden en vraag is en hoe de tarweproductie schattingen eruit zien.