Melkproductie leidend in berekenen fosfaatexcretie

Vanaf 2020 is de totale melkproductie per melkkoe leidend voor het berekenen van de fosfaatexcretie. Voorgaande jaren rekenden RVO en de NVWA met de hoeveelheid melk die werd afgeleverd aan de melkfabriek. 

Dit jaar vraagt RVO voor het eerst de totale melkproductie op het bedrijf op in de Gecombineerde opgave die veehouders nog tot half mei kunnen invullen. Dit getal is niet te verwarren met de afgeleverde hoeveelheid melk aan de melkfabriek.

Elke liter telt
De afgelopen jaren gebruikten RVO en de NVWA de hoeveelheid aan de melkfabriek afgeleverde melk voor het berekenen van de fosfaatexcretie. Vanaf dit jaar wordt er gerekend met de totale melkproductie op het bedrijf. Elke geproduceerde liter wordt nu meegerekend. Volgens RVO is dit: 

•  Melk die aan de melkfabriek wordt afgeleverd.
•  Melk die aan kalveren wordt gevoerd.
•  Antibioticamelk.
•  Melk voor eigen gebruik.
•  Melk die wordt verkocht aan bijvoorbeeld particulieren.
•  Melk die door de veehouder zelf wordt verwerkt.

Hogere excretie
De verandering in de manier van meten betekent voor veehouders dat zij meer fosfaatrechten nodig hebben om hetzelfde aantal melkkoeien te kunnen blijven melken. Jeroen van den Hengel van Alfa Accountants geeft aan dat dat de productie met 0,7 tot 0,8 kilo per koe toeneemt, wanneer een bedrijf in een hogere melkproductieklasse terecht komt. 

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.