Garantieprijs melk virtueel onder de 30 euro

In de praktijk loopt het coöperatief zuivelconcern zo nog verder voor op de andere Nederlandse zuivelaars in het bepalen van de voorschotmelkprijs voor de maand. Ter illustratie: de garantieprijzen van FrieslandCampina voor mei en juni zijn inmiddels bekend, terwijl de maandprijzen van concurrenten als Cono Kaasmakers, Bel Leerdammer en DOC Kaas nog minimaal twee tot drie weken op zich laten wachten. En dan nog wel voor de publicatie van de prijs van mei.

Kortom, FrieslandCampina heeft veel vertrouwen in het marktvalorisatieteam die de garantieprijs bepaalt. Dat is bepaald geen sinecure, gelet op het feit dat voor de berekeningsmethode wordt uitgegaan van de melkprijzen van de zogeheten referentiebedrijven uit Duitsland, Denemarken, Nederland en België. Dan kijken ze eigenlijk al twee maanden vooruit. Want bijvoorbeeld DOC Kaas publiceert als één van de referentiebedrijven de melkprijs van juni bijvoorbeeld pas medio juli.

Zo ver vooruit kijken, roept wel de vraag op of de garantieprijs dan ook een reeële afspiegeling van de markt is. Niet voor niets heeft FrieslandCampina al enkele keren een correctie uit moeten voeren op de garantieprijs, omdat de werkelijkheid iets anders bleek te zijn dan de verwachting. Zo moeten we dus, afgaande van de garantieprijs van juni, ervan uitgaan dat de huidige dalende trend van de prijzen en noteringen op de zuivelmarkt zich ook de komende maand doorzet.

Kijkend naar de huidige marktontwikkelingen is het uiteraard mooi voor de eigen leden-melkveehouders dat FrieslandCampina de garantieprijs met 30,50 euro boven de psychologische grens van 30 euro weet te houden. Hoewel de leden op basis van deze garantieprijs het contante melkgeld krijgen uitbetaald, is het wel een enigszins virtuele melkprijs. Omdat FrieslandCampina de toeslagen en heffingen pas aan het einde van het jaar verrekent, worden deze niet meer in de huidige garantieprijzen meegenomen.

Was de zomerheffing over juni al wel in rekening gebracht, dan kwam een melkprijs uit de bus rollen - op basis van de waarden voor eiwit, vet en lactose - van 28,24 euro per 100 kg melk bij 4,41 procent vet, 3,47 procent eiwit en 4,51 procent lactose, bij een jaarleverantie van 800.000 kg. Oké, dit blijft zoals gezegd een virtuele prijs voor de maand juni. Maar wel één die aan het einde van het jaar via de verrekeningen van de toeslagen en heffingen moet worden meegenomen.

De komende maanden laten zien hoe weerbaar de garantieprijs van FrieslandCampina is in de huidige markt, waarin het melkaanbod geen probleem meer is. Niets voor niets bracht de inmiddels afgezwaaide topman Cees ’t Hart bij de presentatie van de jaarcijfers in maart al naar buiten dat het zuivelconcern veel extra melk moet stoppen in commodities als melkpoeder en boter. Eenvoudigweg omdat de markten met producten van hoge toegevoegde waarde, zoals desserts en zuiveldranken, minder snel groeit dan de melkproductie.

Zo liggen de melkprijzen van Cono Kaasmakers en Bel Leerdammer tot mei op een hoger niveau dan FrieslandCampina, al voelen deze melkverwerkers uiteraard ook de neerwaartse ontwikkelingen op de kaasmarkt. Hoe vooruitziend de blik van FrieslandCampina echter is in het vaststellen van de garantieprijs, wordt de komende maanden duidelijk.