Goed nieuws: er zijn aanwijzingen dat de stijging van de olieprijs op zijn eind loopt, zodat de pijn aan de pomp niet nog erger wordt. Maar waarom is de Russische roebel deze keer niet meegezogen in de opmars van de olieprijs?
Het is nog een stuk rustiger op de wegen dan voor de virusuitbraak. Maar toch nadert de benzineprijs een recordniveau. Voor een liter Euro95 reken je volgens United Consumers tegenwoordig €1,851 af. Dat is ongeveer 25 cent meer dan een jaar geleden. Het topniveau van € 1,895 uit 2012 komt in zicht.
De toenemende pijn aan de pomp heeft natuurlijk alles te maken met het herstel van de olieprijs. Een vat Brent-olie kost bijna $70, terwijl dat in april 2020 net iets meer dan $20 was. Het goede nieuws voor automobilisten is dat er allerlei aanwijzingen zijn dat die prijsstijging niet doorzet.
Wat voorspelt de futuremarkt?
Een belangrijke reden voor de oplevende prijs, is dat OPEC-landen de oliekraan vorig jaar wat verder dicht hebben gedraaid. Saudi-Arabië heeft de productie bovendien met een miljoen vaten per dag extra verlaagd, bovenop de afgesproken beperkingen. Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat die kraan makkelijk meer kan worden opengedraaid als de economie straks weer op gang komt en de olieprijs stijgt.
Dat is een belangrijke reden waarom op futuremarkten een prijsdaling wordt ingeprijsd. Het contract voor levering van een vat Brent-olie in juni kostte woensdag iets meer dan $67. In december kost datzelfde vat minder dan $64 en eind volgend jaar is dat zelfs minder dan $60.
Oliemunten houden zich koest
Het valt op dat de valuta's van olie-exporterende landen nauwelijks in beweging komen. Toegegeven: de Noorse kroon en de Canadese dollar hebben de afgelopen 12 maanden terrein gewonnen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Maar bij de roebel is nog geen herstel zichtbaar. Dat geldt overigens wel voor de Russische economie.
De olierally was onlangs aanleiding voor analisten van ING om de prognose voor het overschot op de lopende rekening van Rusland met maar liefst $25 miljard te verhogen naar $70 miljard. Bovendien ligt de Russische staatsschuld veel lager dan in de ontwikkelde wereld en het land heeft grote valutareserves. Er zijn verschillende redenen waarom de roebel toch nog geen opmars heeft ingezet.
Rem op de roebel
De olie die nu het land uitgaat, is namelijk al eerder verkocht toen de prijzen nog laag waren. Bovendien gebruikt Rusland een groot deel van de olie-inkomsten voor het kopen van vreemde valuta's. Door deze tactiek wordt de impact van schommelingen op de olieprijs op de roebel beperkt.
Ook speelt mee dat de groeivooruitzichten voor de Russische economie beperkt zijn, als gevolg van vergrijzing en internationale sancties. Het IMF berekende dat het groeipotentieel op middellange termijn slechts 1,6% per jaar is. Ten slotte zet de snelle stijging van de Amerikaanse rente eveneens een rem op de roebel. Inmiddels krijg je bijna 1,6% rente op 10 jaars-staatsleningen.
Dit maakt het voor beleggers aantrekkelijker om hun geld aan te houden in dollars, dan in munten van opkomende landen zoals Rusland. Ondanks de rally van de olieprijs, mogen er voorlopig geen wonderen worden verwacht van de roebel.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.