Flevopool is erop gebrand om haar Flevolandse kleiaardappelen zoveel mogelijk in het kwalitatief betere segment en dus tegen iets hogere prijzen af te zetten. Poolvoorzitter Jan Dirk Tonkes liet de pooldeelnemers donderdag weten dat dat met oogst 2015 is gelukt. 'Onze uitbetalingsprijs zit zelfs een halve cent boven de gemiddelde beursnotering (CAT 2).’
Poolfacts:
Bood verkoopseizoen 2015/16 voldoende mogelijkheden om optimaal in kleiaardappelen te handelen?
Flevopool heeft voor oogst 2015 een poolprijs gerealiseerd in de pool zonder voorverkoop voor de rassen Agria, Markies en Innovator van 17,82 euro. ‘De verwachtingen voor de dagprijzen oogst 2015 waren in juli en augustus 2015 hoog gespannen. Dit werd in die periode onderbouwd door de termijnmarkt april die toen rond de 25 euro stond. De nagroei in september heeft voor betere opbrengsten gezorgd en de eerste notering in Emmeloord categorie 1 startte teleurstellend van 12 tot 13,50 euro. Toch hebben wij in de maanden die volgden al het mogelijke uit de markt gehaald. De dagprijshandel is continu doorgegaan. We zijn vooral gebrand op de vermarkting van de kwalitatief betere aardappelen (LNCN in categorie 2) en we hebben het dit jaar ook voor het eerst op de termijnmarkt geprobeerd. Dat heeft goed uitgepakt.’
Tevreden over de kwaliteit of heeft die nog invloed gehad op het resultaat?
‘Telers moesten afgelopen seizoen veel ventileren om de partijen goed te houden en dit leidde tot meer slijt dan andere jaren. Flevopool heeft er in samenspraak met Q-Potato voor gekozen om meerdere partijen in februari, maart en april te verladen voor de export om problemen met drukplekken bij afleveren te voorkomen. In die periode was de flauwe marktstemming nog niet voorbij, maar wij voorzagen bewaarproblemen waaronder drukplekken. Toen hebben we gezegd; Wacht er niet op totdat deze komen. Je kunt beter goede aardappelen verkopen dan heel veel risico nemen door te wachten en uiteindelijk met heel veel problemen aardappelen af te moeten zetten. Dit heeft erin geresulteerd dat er geen afkeuringen zijn geweest. Enkel een paar auto’s met korting. Uiteindelijk hebben we toen boven de beursnotering van categorie 2 kunnen verkopen. Daarmee krijgt de boer ook daadwerkelijk wat we uitbetalen en zijn er geen teleurstellingen in kwaliteit geweest.’
Flevopool streeft er naar om zo veel mogelijk aardappelen in categorie 2 te verkopen en zodoende een meerwaarde te creëren voor de aangesloten telers. Is die strategie goed uit de verf gekomen?
‘De cumulatief gemiddelde beursprijs van fritesaardappelnotering Emmeloord categorie 1 is geëindigd op 15,43 en categorie 2 op 17,32 euro. Dat betekent dat het prijsverschil tussen categorie 1 en 2 bijna 1.000 euro per hectare bedraagt. Het loont dus de moeite om aardappelen van exportkwaliteit te hebben. Ik vind de noteringssystematiek van de LNCN met categorie 1 en 2 een goede ontwikkeling. Het verschil in kwaliteit is belangrijk voor onze kleiaardappelen. Onze main focus op categorie 2 is zeker gelukt, want we zitten met onze uitbetalingsprijs een halve cent boven de gemiddelde beursnotering.’
Hoe gaat Flevopool het nieuwe seizoen in?
‘In korte tijd hebben wij een totaalconcept neergezet dat profijt oplevert. In moeilijke en gemakkelijke tijden hebben wij aardappelen kunnen verkopen tegen marktconforme prijzen. Q-Potato beschikt over een groot netwerk van afnemers in Europa die de hoogste kwaliteiten eisen en hiervoor iets extra’s willen betalen. Wij als Flevopool hebben de telers en infrastructuur om meer telers aan ons te binden. Nu alles na vijf jaar op de rit staat, zijn we klaar om verder te groeien. En ook Q-Potato ziet voldoende mogelijkheden om meer Flevopool aardappelen te vermarkten. We staan dan ook open voor telers die op deze onafhankelijke manier hun aardappelen willen afzetten. Verder gaan we volgend jaar nog meer op de termijnmarkt doen.'
Positief dus over de kansen in het nieuwe aardappelseizoen?
‘Gematigd positief. De areaaluitbreiding in de EU 5 is inmiddels weer teniet gedaan door de extreme weersomstandigheden in Zuidoost-Nederland, België en een deel van het Rijnland in Duitsland. De uitbreiding van de verwerkende industrie in de EU 5 is enorm en wordt geschat op 10 procent. Dit betekent dat er meer dan 1 miljoen ton aardappelen meer verwerkt kunnen worden. Dat komt neer op zo’n 20.000 hectare. Een goede uitgangspositie voor de seizoensaftrap, want dat wijst erop dat de vraag naar kwalitatief goede aardappelen blijft.’
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.