Wereldmarkt kan extra Europese melk aan

ZuivelNL heeft in de man Jorrit Jorritsma een ervaren voorzitter weten binnen te slepen die zowel melkveehouder is als thuis in de zuivelindustrie. Aan hem de taak om de nieuwe organisatie een gezicht te geven en de voorbereidingen te treffen voor de periode na het Productschap Zuivel (PZ). Boerenbusiness sprak met hem over zijn visie op de sector.

Jorritsma is een bekend gezicht in zuivelland. Toch nog even de vraag of hij in het kort kan vertellen wie hij is?
"Ik ben melkveehouder in het zuidoosten van Friesland. In Boijl, tegen de grens met Drenthe, heb ik een maatschap samen met mijn vrouw en zoon. Mijn zoon gaat in de toekomst het bedrijf overnemen en woont nu al op het bedrijf. Daar melken we over de honderd koeien, waarmee het bedrijf een gemiddelde tot iets bovengemiddelde omvang heeft. We hebben net een nieuwe stal gebouwd om een autonome groei richting de 140 koeien te realiseren."    

Hoe ziet uw visie op de melkveehouderij er uit?
"We hebben een geweldig uitgangspunt. Nederlandse melkveehouders danken dit aan het gegeven dat ze wereldwijd goed op de kaart staan. Een aantal jaren geleden bezat de sector die positie al, maar de laatste jaren hebben ze die positie alleen maar weten te versterken. Van die positie ben ik me goed bewust, want dat je hem hebt betekent ook dat je op een broze plaats staat. Er is niet veel nodig om de andere kant op te vallen. Als exporterend land ben je gevoelig. Het is daarom zaak dat we er op letten wat we doen en hoe we dingen doen. We hebben verschillende uitgangspunten, maar het gemeenschappelijke doel is de Nederlandse zuivelsector te borgen voor de toekomst."

De laatste dagen klinken er veel zorgelijke geluiden rondom de afschaffing van het melkquotum en de verwachte hogere melkaanvoer. Hoe kijkt u hier naar?
"Internationaal kunnen we de extra melk aan en die analyses liggen er ook. Ik denk wel dat er volgend jaar een kleine hick-up in de markt kan ontstaan. Maar wanneer Australië met droogte te kampen heeft, of Nieuw-Zeeland, of wanneer er gebieden met een natte periode kampen, of wanneer voerprijzen weer uit hun verband springen of de economie maar iets verandert kan het zo zijn dat je er niets van merkt. De substantiële groei kan dan door de wereldmelkplas geabsorbeerd worden. Op de langere termijn ben ik daar positief over, maar het is wel een onderwerp waar we naar moeten gaan kijken. Het is noodzakelijk dat we daarvoor acceptatie krijgen in de eigen omgeving." 

Nog een actueel onderwerp: fosfaat. Is het een kans of een bedreiging voor de zuivelsector?
"Het fosfaatdossier hangt ons boven het hoofd. Wellicht kan ZuivelNL hier een sturende rol in gaan spelen. Het is wel zaak dat de sector zijn verantwoordelijkheid neemt. Fosfaat is een knelpunt dat aangepakt kan worden door moed te tonen. Ook vanuit de onderliggende sectoren moet daadkracht getoond worden. Wanneer je wacht op de minister zou je er weleens spijt van kunnen krijgen dat je geen initiatief genomen hebt."

ZuivelNL is er niet alleen voor de melkveehouders, maar ook voor de zuivelindustrie. Een tak van sport waarin Jorritsma goed thuis is. Tot 2011 was hij onder meer actief bij FrieslandCampina. Wat is uw visie op de Nederlandse zuivelindustrie?
"Ik ben van jongs af aan actief geweest in de zuivelindustrie en ken de tak van sport behoorlijk goed. Ik ben uiterst positief over de zuivelindustrie. De ontwikkelingen daar verliepen parallel aan de ontwikkelingen in de melkveehouderij. De goede naam hebben we zowel aan de melkveehouders als aan de verwerkers te danken. Het feit dat er zich in Nederland nieuwe spelers vestigen zegt heel veel. Een gegeven wat veel kansen biedt voor de Nederlandse marktpositie en een positief signaal afgeeft. Het moet niet gezien worden als een bedreiging, maar eerder als een kans. De bedrijven doen dit namelijk op basis van een goed uitgangspunt."

Ook de zuivelindustrie zorgt in de media voor beroering. Zo worden er vraagtekens gezet bij de stappen die bedrijven zetten om kennis te delen met het buitenland. Hoe staat u hierin?
"Kennisuitwisseling zie ik als een belangrijk vraagstuk op de agenda. Het is het antwoord op de vraag welke rol Nederland wil spelen bij het voeden van de groeiende wereldbevolking. Werken we alleen vanuit de visie dat we producten over de regio wille verslepen of bieden we ze ook kansen door kennis uit te wisselen. Het is iets waar ZuivelNL naar gaat kijken. Concreet is de vraag waar we in 2020 staan. Los van ZuivelNL ben ik van mening dat we zowel producten moeten aanbieden als wel kennis."

U noemt kennisuitwisseling als een belangrijk agendapunt, maar wat zijn nog andere belangrijke agendapunten?
"Maatschappelijke acceptatie. Er wordt hier al heel veel aan gedaan, maar dan vanuit de kring waarin je, je bedrijf uitoefent. Die kring zou je ook Nederland kunnen noemen. In toenemende mate gaat het virtuele landschap een rol spelen. Zo kan het zijn dat landen als bijvoorbeeld Indonesië en Nigeria een mening krijgen over hoe we de zaken in Nederland aanpakken. Zaken die van cruciaal belang zijn voor het behoud van de export. Daar moet over nagedacht en gediscussieerd worden. Een ander zeer belangrijk onderwerp is het opstellen van een lange termijnagenda."

Anders dan het Productschap Zuivel (PZ) moet ZuivelNL zich straks als private organisatie gaan bewijzen. Het draagvlak voor de organisatie is er al. Aan Jorritsma is het nu de taak om in korte tijd alles te organiseren. Zijn voorzitterschap is in elk geval door de sector goed ontvangen.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.