De olieprijs is de laatste maanden hard gedaald en het ziet ernaar uit dat die voorlopig laag blijft. Maar is er een noemenswaardige kans dat de prijs nog veel verder zakt? Het antwoord is ‘ja’ en zo ongewoon zou dat overigens niet eens zijn. Sterker nog, het zou een meer normale stand van zaken op de oliemarkt betekenen vergeleken met wat we de afgelopen jaren hebben gezien.
Net zoals alle prijzen is ook de prijs van olie in de kern het gevolg van het spel van vraag en aanbod. Als de vraag naar iets, of het nu olie, goud of sojabonen zijn, groter is dan het aanbod, dan stijgt de prijs. Overtreft het aanbod daarentegen de vraag, dan zakt de prijs. Bij beide geldt dat hoe groter het verschil tussen vraag en aanbod, hoe groter de stijging dan wel de daling van de prijs.
Laten we eventjes die vraag-en-aanbod-bril opzetten en dan naar de oliemarkt kijken. Wat zien we dan?
Eerst even het rechteroog dicht, we kijken dan alleen naar de vraag. Daar zien we dat de economie van de eurozone nauwelijks erin slaagt uit het recessiemoeras te blijven. Sommige delen van de muntunie lukt dat overigens niet; Italië maakt weer eens een recessie mee. In het Verre Oosten zit Japan in hetzelfde schuitje als Italië, ook daar krimpt de economie. De economie van China heeft geen last van recessie, maar het groeitempo vertraagt er wel.
Dit betekent dat drie grote economieën niet, nauwelijks of minder hard groeien. Dat op zijn beurt houdt in dat de vraag naar olie nauwelijks stijgt. Een stijging van de vraag is ook niet te verwachten gezien de vooruitzichten. Als alles meezit perst de eurozone in 2015 heel klein beetje groei eruit, klimt de Japanse economie uit het recessiegat maar ook niet veel en de economie van China lijkt het, na decennialang in een moordend tempo te zijn gegroeid, nu wat rustiger aan te doen.
Het enige lichtpuntje is de economie van de Verenigde Staten hard groeit, met tussen 3,5 en 4 procent op jaarbasis. Het is echter maar zeer de vraag of dat zo blijft de komende kwartalen. In de eerste plaats omdat de Amerikaanse economie geen eiland is en dus ook gevolgen ondervindt van de groeivertraging elders in de wereld. In de tweede plaats is er het feit dat de Amerikaanse economie minder hulp krijgt van de centrale bank, de Fed. De afgelopen jaren maakte die geld lenen zo goed als gratis en pompte ook nog elke maand tientallen miljarden dollars in de economie door staatsobligaties en hypotheekleningen op te kopen. Dat laatste is onlangs gestopt. Het zou, gezien die zaken, niet verbazen als de Amerikaanse economie de komende tijd wat minder hard gaat groeien.
Nu doen we het linkeroog dicht en kijken we naar het aanbod van olie. Dat is in één woord enorm. De Verenigde Staten hebben nog nooit zoveel olie geproduceerd als dit jaar en de productie blijft op peil. De olieproducerende landen verenigd in OPEC zijn niet van plan hun productie te verlagen. Het belangrijkste land van de OPEC, Saoedi-Arabië, liet dit weekeinde nog eens, bij monde van de minister van Oliezaken, weten dat ‘Saoedi-Arabië de olieproductie zeker niet gaat verlagen’.
Kortom, het aanbod overtreft de vraag ruimschoots en er is zo goed als niets wat erop wijst dat dat de komende tijd zal veranderen. Dit betekent aanhoudende neerwaartse druk op de olieprijs. Doet dat geen pijn bij olieproducenten? Ja natuurlijk. Maar gaan die massaal stoppen met olieproductie, wat het aanbod zou verlagen en dus de olieprijs zou aanjagen? Dat is zeer onwaarschijnlijk. Dat doen ze alleen als de zogeheten marginale kosten ervan hoger worden dan de olieprijs. Marginale kosten zijn de kosten van het uit de grond halen van een vat olie nadat alle infrastructuur aangelegd is. Volgens kenners bedragen die kosten tussen 10 en 20 dollar per vat.
Met andere woorden, ook al daalt de olieprijs veel verder, zolang die boven 20 dollar blijft, is er voor producenten geen reden de oliebronnen massaal te verlaten. Zij verdienen wel minder, maar dat is wat anders dan verlies lijden.
Pakken we dan alles samen, dan zien we dat het aanbod van olie de vraag ernaar overtreft en zelfs bij verder dalende olieprijzen de producenten geen rode cijfers schrijven. Dit betekent dat de weg voor een verdere daling van de olieprijs wijd open staat. Als de prijs van een vat zwarte goud zou halveren of zelfs naar 20 dollar terug zou vallen, zou dan overigens ook, historisch bezien, alles behalve ongewoon zijn. Tussen 1987 en 2005 kostte een vat olie gemiddeld zo een 20 dollar, kijk maar naar de grafiek hieronder.
Edin Mujagic
Monetair econoom en DCA analist rentemarkt
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/columnisten/column/10861280/Dieselprijs-voor-de-boer-mogelijk-fors-omlaag]Dieselprijs voor de boer mogelijk fors omlaag[/url]