De kansen voor vlas liggen op korte termijn vooral in uitbreiding van het gebruik voor textiel. De vraag vanuit China en India is zo groot dat er ruimte lijkt voor uitbreiding van het areaal in Europa. Of Nederland daarop in kan springen hangt ook af van de concurrentiekracht ten opzichte van België en Frankrijk.
De afgelopen jaren werd in Nederland krap 2.000 hectare vlas geteeld. Door de goede graanprijs, keken telers minder om naar vlas. Maar wellicht dat dat weer kantelt nu de Aziaten het Europese vlas hebben ontdekt. In spinnerijen en weverijen in China en India worden de vezels verwerkt tot linnen. ‘Vooral India is een groeiende markt’, aldus David Kasse van Productschap Akkerbouw. ‘Volgens de Aziaten kan het Europese areaal verdubbelen, maar dat zeggen ze ook vanuit hun positie als koper. Ik zie nog niet gebeuren dat het areaal onmiddellijk verdubbeld wordt, maar voor een beheerste groei is wel ruimte, waarbij te allen tijde voorkomen moet worden dat er te grote vezelvoorraden ontstaan. Dan duikelt de prijs namelijk gemakkelijk weer omlaag.’
Het voordeel van de opkomende vraag vanuit de textielindustrie is dat deze nu al zijn uitwerking heeft. ‘De nieuwe toepassingen voor vlas in composietmaterialen gaan ook door, maar langzamer. Door de textielbehoefte is de prijs van vlasvezels op een goed niveau en zijn de voorraden krap. Dat zal telers trekken, maar ik verwacht geen snelle uitbreiding.’ Voor een deel zijn de slechte prijzen van andere akkerbouwgewassen, de krappere ruimte voor suikerbieten en vergroeningseisen wellicht redenen om voor vlas te kiezen, maar aan de andere kant heeft het goede weer van de afgelopen maanden de inzaai van wintergranen en graszaad ook goed mogelijk gemaakt.
Een heel ander probleem is de concurrentiekracht van België en Frankrijk. ‘De Belgische vlasverwerkers hebben bij de ontkoppeling van de verwerkingssteun toeslagrechten gekregen waardoor ze een aantal jaren een beroep kunnen doen op de bedrijfstoeslag. Voor ons is dat een concurrentienadeel. De Fransen missen dat voordeel, maar zij doen wel hun voordeel met grootschaligheid en ze beschikken vaak als eerste over nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. Dat de Nederlandse telers niet steeds de modernste middelen kunnen inzetten, zie je terug in de opbrengst. Evengoed, het belangrijkste is dat vlas een product is waar vraag naar is en dat we in Nederland ook de mogelijkheden hebben om dit gewas te telen.’
Hoe dat uitpakt in 2015 moet nog blijken. ‘In het nieuwe Europese landbouwbeleid is vlas niet apart opgenomen, maar een lidstaat kan besluiten om vlas een gekoppelde steun te geven. Dat mag aan kleine gewassen. Zo gaat Frankrijk telers van hennep 150 euro per hectare betalen, in Polen wordt gesproken over een steun van 200 euro per hectare voor vlas en hennep. Verder verloopt de afbouw van steun in België langzaam. Wat er in de verschillende landen gebeurt, moeten we daarom goed in de gaten houden.’ Waar de teeltuitbreiding uiteindelijk plaats vindt, in België, Frankrijk en/of Nederland, hangt dus af van de concurrentiekracht. Ten slotte is het nog een kwestie van vermarkting. ‘Het beter positioneren van de grondstof, iets waar de internationale vlas- en hennorganisatie CELC hard aan werkt, werpt blijkbaar zijn vruchten af.’
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.