Uit de meest recente voorraadmeting van de Britse aardappelorganisatie AHDB Potato blijkt dat de voorraadniveaus onder aardappeltelers zich op een verwacht niveau bevinden. Kijkend naar de benedengemiddelde verkoop, tussen november en januari, reist de vraag of aardappelverwerkers niet vooral hun eigen voorraden hebben ingezet.
Uit onderzoek van AHDB Potato blijkt dat op 1 februari 1,9 miljoen ton aan consumptieaardappelen door akkerbouwers in voorraad werd gehouden. De voorraad onder verwerkers en handelaren wordt niet geregistreerd. Daarmee ligt het niveau gelijk aan seizoen 2015-2016 en 350.000 ton onder het niveau in seizoen 2014-2015. Alleen na oogst 2012 lag de aardappelvoorraad nog 200.000 ton lager.
Ondanks dat AHDB een slag om de arm houdt, voor wat betreft de cijfers, is duidelijk dat situatie op het Britse eiland niet noemenswaardig afwijkt van het beeld op het continent. De oogst was laag, de voorraad in verhouding hoog. In november was 2,9 miljoen ton product beschikbaar. Tussen 1 december en 1 februari is ongeveer een miljoen ton aardappelen verkocht, afgeleverd en verwerkt. Voor seizoen 2015-2016 lag de voorraad op 1 december op 3,2 miljoen ton. In dezelfde periode van twee maanden werd toen 1,24 miljoen ton aardappelen verwerkt.
De lagere opname van voorraden wijt AHDB aan de prijsontwikkelingen. Kopers zijn afwachtend omdat het prijsniveau hoog ligt. Aardappeltelers wachten eveneens af omdat zij van mening zijn dat het prijsniveau hoger behoort te liggen. De organisatie schat daarom in dat kopers vooral eigen voorraden hebben opgemaakt in december en januari. Daar zijn geen cijfers van. Ook is niet duidelijk hoeveel van de 1,9 miljoen ton vrij is en hoeveel reeds verkocht.
Voor de derde en laatste voorraadpeiling – die eind maart wordt gehouden – is de inschatting dat een evenredig beeld wordt getoond. De oogst is de laagste sinds 2012 en dat beeld wordt dit voorjaar wederom duidelijk, zo denkt het. Half mei maakt AHDB de volgende voorraadmeting bekend. Peildatum daarvoor is eind maart.