Er lagen meer aardappelen in opslag op 1 april dan vorig jaar het geval was in de VS. Naast een grotere oogst wordt de laagste verwerking sinds 2011 opgetekend. Er wordt minder product afgenomen, verwerkt en geëxporteerd. Vooral in de grote aardappelstaten hebben telers meer productie in voorraad.
Volgens cijfers van het landbouwministerie USDA lag er op 1 april nog 133,34 miljoen cwt product in voorraad. Dat betekent een verbruik van 71,36 miljoen cwt in de maanden februari en maart, sinds de vorige voorraadmeting. Het laagste verbruik sinds 2011 en een terugval van 1,4 procent ten opzichte van vorig jaar.
33 procent van totale oogst
De voorraad op 1 april is goed voor bijna 33 procent van de totale oogst. Dat was op 1 april 2016 31,5 procent. Daarbij moet worden opgemerkt dat de oogst van 2016 2 procent hoger is uitgevallen. Een daling in het verbruik, van ruim één miljoen cwt, heeft volgens het ministerie te maken met minder export van tafelaardappelen, frites en pootgoed.
Vooral dit laatste segment kromp, met bijna 30 procent. Afname uit de consumptiesector nam met 3 procent af. De verwerking steeg minimaal. Het USDA noteert vooral meer bewaarverliezen, maar minder verliezen door onder andere tarra.
Meeste aardappelen in Idaho
Aardappelstaat Idaho heeft de meeste aardappelen in voorraad. 13 procent meer dan één jaar terug het geval was. Deze staat alleen is goed voor 78,5 procent van de totale voorraad die op 1 april werd genoteerd.
In Minnesota is de voorraad zelfs 40 procent groter. In Nebraska juist 36 procent lager. Dat zijn echter staten met een kleine aardappelproductie. Die cijfers komen overeen met de verwerkingscijfers. Voor Idaho komen die lager uit, voor Nebraska juist fors hoger.