Het areaal consumptieaardappelen in de Verenigde Staten pakt een stuk lager uit dan dit voorjaar werd gedacht. Vooral in de grote aardappelstaat Idaho is het areaal danig gereduceerd. Het is vooral het areaal aan tafelaardappelen waar de Amerikaanse akkerbouwers in hebben gesneden.
Het Amerikaans landbouwministerie USDA publiceerde 30 juni zijn eerste areaalcijfers voor 2022. Daarmee geeft het ook een eerste inschatting voor wat betreft het aardappelareaal. Die laat een veel grotere reductie zien ten opzichte van teeltjaar 2021 dan afgelopen voorjaar werd gedacht. Toen rekende insiders met een afname van minder dan één procent.
Idaho grootste daler
Het USDA komt nu met cijfers die wijzen op afname van 3,5% over de 13 staten waarover het cijfers verzameld. Aardappelstaat Idaho, met verreweg de meeste hectares aardappelen, is goed voor driekwart van deze daling. Procentueel gezien is de krimp het grootste in staten waar de aardappelteelt weinig voorstelt, bijvoorbeeld Florida (-19%) en Texas (-7,1%). In Idaho is de daling op 7,9%. goed voor een dikke 10.000 hectare. De andere grote aardappelstaat Washington toont juist een groei van 3%, goed voor 2.000 hectare.
In totaal komt het aardappelareaal in de Verenigde Staten nu uit op 910.000 acre, omgerekend 368.271 hectare. Dat is het kleinste areaal in bijna 70 jaar. Dat het areaal historisch laag ging uitpakken, werd al eerder door analisten becijferd. Later dit jaar volgen de definitieve areaalcijfers, waarbij duidelijk moet worden of de krimp inderdaad zo groot is.
Aantrekkelijke alternatieven
In Idaho wordt sinds 2010 niet zo weinig aardappelen verbouwd. Akkerbouwers hebben ervoor gekozen om andere gewassen in de grond te stoppen, zoals snijmaïs en tarwe. De beschikbaarheid van water om mee te kunnen beregenen, is krap waardoor aardappelen eerder afvallen en gewassen worden verbouwd die met minder vocht toekunnen. Toch is aan vocht dit seizoen nog geen gebrek. Er viel voldoende sneeuw afgelopen winter om vochtreserves aan te vullen en ook dit voorjaar was er voldoende regen.
Koud weer heeft er wel voor gezorgd dat de aardappelgewassen zich minder hebben ontwikkeld dan gebruikelijk. Dat brengt de start van het nieuwe verwerkingsseizoen in gevaar. Hogere temperaturen aan het begin van de zomer zorgen er wel voor dat de gewassen nu een inhaalslag maken. Wordt zo de meerjarige gemiddelde opbrengst gehaald, dan ligt de aardappelproductie in deze staat alsnog slechts een kleine 2% onder het gemiddelde en 1% minder dan in 2021.
Latere start nieuwe oogst
Het koude voorjaar speelt in meer staten een rol, zoals Washington, Oregon en Wisconsin. Dat heeft nu vooral impact op de opbrengsten van vroege aardappelen die achterlopen op het gemiddelde. Waar mogelijk kiezen verwerkers ervoor om later te beginnen met rooien, zodat er meer kilo's kunnen groeien. Fritesproducenten hebben het gecontracteerde areaal aardappelen redelijk stabiel kunnen houden, ondanks de gestegen teeltkosten. In de Columbia Basin zijn meer aardappelen gecontracteerd om nieuwe friteslijnen te vullen.
De hoofdoogst is nog niet in gevaar, zo denken insiders. Wanneer de weersomstandigheden gunstig blijven, kunnen de opbrengsten van de hoofdoogst het niveau van het meerjarig gemiddelde aanhouden. Die ligt op 52,21 ton per hectare. Vermenigvuldigd met het areaalcijfer betekent dat een opbrengst van 19 miljoen ton aardappelen. Dit is 485.000 ton meer dan vorig jaar werd geoogst en een stijging van 2,6%. Daarvoor is wel een gunstige zomer met gematigde temperatuur en voldoende neerslag vereist. Zo ver is het nog lang niet.