De Nederlandse en Belgische fritesindustrie hebben de export van diepgevroren frites naar Nieuw-Zeeland in het tweede kwartaal van dit jaar verdubbeld. De lokale aardappelindustrie down under is daar niet blij mee.
Dit meldt de aardappelorganisatie Potatoes New Zealand (PNZ) in hun handelsrapport over september. De frites uit Nederland en België zijn in de eerste week van oktober aangekomen in Nieuw-Zeeland. Het land is relatief gezien een kleine speler op de aardappelmarkt. De import van frites uit België en Nederland bedroeg volgens de rapportage in juli iets meer dan 500 ton. Voor de lokale industrie heeft dit wel impact, benadrukt PNZ.
De organisatie wijst erop dat de gemiddelde exportprijs van de frites die Nieuw-Zeeland binnenkomen redelijk vlak op een niveau van US $850 per ton blijft. En dat terwijl wereldwijd de prijs van Nederlandse en Belgische frites die aan andere werelddelen worden geleverd, wel stijgt tot rond de $1.000 in juli om de oplopende inflatie de baas te kunnen. Oftewel, zo concludeert PNZ, hier is sprake van dumping door de Nederlandse en Belgische aardappelindustrie op de Nieuw-Zeelandse markt. De organisatie wijst daarbij ook op de 'aanzienlijke' inflatie, waar de eigen aardappelindustrie mee te maken heeft.
Groei export naar Zuidoost-Azië
De Nieuw-Zeelandse aardappelindustrie vreest door de hogere import marktaandeel in te moeten leveren en te maken krijgt met uitgeholde marges. Als opkikker ziet de sector wel bemoedigende resultaten in de export van Nieuw-Zeelandse diepgevroren aardappelproducten. Deze is in het tweede kwartaal van dit jaar gegroeid met 28%. De groei van de uitvoer van Nieuw-Zeelandse aardappelproducten komt vooral voor rekening van Zuidoost-Azië, waarbij Thailand, de Filipijnen, Maleisië en Indonesië de grootste afnemers zijn. Australië blijft de grootste klant voor Nieuw-Zeeland dat een uitvoer had van 31.400 ton over de laatste twaalf maanden.