Aardappelteelt hangt van onzekerheden aan elkaar

Nog lang niet alle definitieve areaalcijfers zijn bekend, maar de NEPG gaat uit van een areaaluitbreiding van 4% tot 6% in Noordwest-Europa. Het tijdvak waarin gepoot is loopt van acht tot tien weken. Dat is ook in de stand van het gewas te zien. Van percelen die vol in de bloei staan en waar al echt wat onder zit, tot percelen die vorige week pas gepoot zijn. Problemen met de opkomst zijn eerder regel dan uitzondering. Dat loopt van enkele procenten van de aardappelen die niet opkomen tot 80% waar geen plant uitgroeit door pootgoed dat in de grond wegrot. Dat laatste is vooral in België en Nederland een probleem volgens de NEPG. Ook stipt de bond de hoge phytophthoradruk aan. Problemen die gelinkt worden aan klimaatverandering, een uitgedund middelenpakket, nieuwe resistente stammen en gangbare rassen die vatbaar zijn voor phytophthora maken de teeltrisico's alleen maar groter.

Aardappelverwerkers hebben echter niet stilgezeten en de verwerkingscapaciteit is vooral in Frankrijk flink uitgebreid en aan die uitbreidingsplannen lijkt nog geen einde te komen. De afzet van diepgevroren frites en andere aardappelproducten stokt of laat zelfs een daling zien volgens de NEPG. De Europese verwerkers krijgen meer concurrentie en niet alleen vanuit Noord-Amerika maar ook uit opkomende markten als China, India, Turkije en Argentinië. Daar moeten telers zich bewust van zijn bij uitbreidingsplannen of investeringen volgens de NEPG.