Agrifoto

Nieuws Aardappelen

Kostprijs aardappelteelt pleegt trendbreuk

27 December 2024 - Niels van der Boom - 53 reacties

Voor het eerst in vier jaar tijd stijgt de kostprijs voor consumptieaardappelen niet in alle gevallen. Na jaren van fiksen kostenstijgingen krijgen akkerbouwers te maken met meer stabiliteit. Daarvoor moeten wel de hectare-opbrengsten gelijk blijven. Ook zijn er verschillen tussen zand- en kleigrond en de leverperiodes.

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past
Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Voor de zestiende keer heeft NAV een kostprijsberekening voor consumptieaardappelen gepubliceerd. Na drie jaren met een forse stijging van de kostprijs stabiliseert deze in 2025 voor aardappeltelers op zandgrond. In beide leverperiodes (afland en april) is zelfs een lichte daling zichtbaar. Voor de teelt op kleigrond stijgt de kostprijs nog wel.

Dalende trend
De NAV rekent sinds het begin met een opbrengst van 50 ton per hectare voor af land op kleigrond en 55 ton voor zandgrond. In april is dat in het voorbeeld 52,25 voor zand- en 47,5 ton voor kleiaardappelen. Omdat de opbrengsten van aardappelen bij veel telers een dalende trend laten zien, over een langere periode, heeft de Werkgroep Consumptie Aardappelen (WCA) besloten de opbrengsten integraal met 1,5 ton te laten dalen in het rekenvoorbeeld. In dat geval stijgt de kostprijs ook op zandgrond.

Boerenbusiness rekent met dezelfde hectare-opbrengsten om een goed vergelijk jaar op jaar te krijgen. Het belangrijkste is dat telers individueel een kostprijs berekening maken met hun eigen gemiddelde opbrengst, die voor ieder bedrijf anders is.

Kostprijs cent hoger
Voor kleigrond stijgen de teeltkosten in 2025 naar €9.775 per hectare, voor aflandlevering, en €11.765 voor levering op april. Dat is beide een record. Bij de eerder genoemde opbrengsten praat je over een kale kostprijs van 19,6 cent en 22,5 cent per kilo aardappelen. Dat is een cent meer dan in 2024. Op zandgrond komt de kale kostprijs op 18,5 cent en 20,6 cent uit. Dat was in 2024 17,8 en 20,2 cent.

De NAV, maar ook de POC met hun kostprijsberekening, rekenen standaard met 15% risicomarge voor de aardappelteler. Die zijn in de bovenstaande cijfers niet meegenomen. Het is de vraag of dit percentage nog voldoende is, oppert de NAV. Immers, de risico's door onder andere het klimaat en een alsmaar krimpend pakket aan gewasbeschermingsmiddelen zijn toegenomen. Daarmee moet ook de marge toenemen om klappen op te vangen. Dit betekent in de praktijk dat de kostprijs met nog eens drie cent toeneemt, ongeacht de leverperiode. Ook beregeningskosten en andere maatregelen zijn niet meegenomen in de kosten.

Contractprijs kostendekkend?
In vijf jaar tijd is de kostprijs voor een teler op zand met een vijfde toegenomen. Op kleigrond is dat zelfs bijna veertig procent. Je praat dan over ruim €3.200 die erbij is gekomen voor levering uit de bewaring in april. Of de contractprijzen die voldoende compenseren is voor de Nederlandse industrie nog niet bekend. De Belgische verwerkers houden de prijzen grotendeels gelijk, met een kleine daling in het aflandsegment. Volgen de fabrieken hier ook deze lijn, dan ligt het aflandcontract onder kostprijs en die voor levering april er twee cent boven, in dit rekenvoorbeeld.

Het zijn hoofdzakelijk de toegerekende- en grondkosten die komend seizoen stijgen in het rekenvoorbeeld van NAV. De toegerekende kosten nemen op klei met €675 per hectare toe, wat vooral is toe te schrijven aan hogere pootgoedkosten en gewasbescherming. Op klei is die verhoging met €290 meer bescheiden. De kosten voor grond en gebouwen stijgen in het voorbeeld met €143 op klei en €150 voor zandgrond. De bewerkingskosten stijgen enkele tientallen euro's.

Bemestingskosten
Waar een voordeel wordt behaald zijn de bemestingskosten. De kosten van kunstmest nemen in het voorbeeld iets af en voor de aanvoer van drijfmest krijgen aardappeltelers geld toe. Dit jaar werden de opbrengsten daarvan nog op nul gezet, wat in de praktijk waarschijnlijk anders heeft uitgepakt. Wie op 35 kuub drijfmest €10 per kuub toebetaalt kreeg, ziet zijn kostprijs al snel een cent dalen, alleen al op het vlak van de mestaanvoer. Kun je op kunstmest besparen, dan wordt dat verschil nog groter. Overigens krijgen telers in NV-gebieden (nutriënten verontreinigd gebied) vanaf komend teeltjaar met een stikstofkorting te maken, waardoor een kwart minder stikstof mag worden toegediend t.o.v. 2023. De opbrengstderving hieruit is in het rekenvoorbeeld niet meegenomen.

Of je als aardappelteler voor deze prijzen goed kunt telen moet ieder voor zich bepalen. Dat begint met een eerlijke en grondige kostprijsberekening. Naast de NAV heeft ook de POC voor zijn leden een zeer uitgebreide kostprijstool beschikbaar. Die komt grotendeels overeen en gebruikt dezelfde cijfers, veelal nog iets uitgebreider. De uitkomsten daarvan zijn gevalideerd door onder andere WUR en boekhoudkantoren.

Concurrentiepositie
In het NAV-overzicht wordt goed duidelijk dat de teelt op zand en klei verder uit elkaar groeien. De €950 kostenverschil bij af land en €1.000 uit de bewaring lijkt niet veel, maar het is al snel drie tot vier cent in de kostprijs. Daarnaast liggen de opbrengsten van fritesaardappelen als Fontane meestal hoger dan de genoemde tonnen. Bij een contractprijs van €27,25 voor levering april schiet voor een teler op zand €3.478 per hectare over. Voor diezelfde teler op kleigrond is dat €1.179. Op kleigrond moet je het dus hebben van of nog langer bewaren, of andere rassen of een andere afzetmarkt. De WCA heeft ook gekeken naar de kostprijs voor tafelaardappelen. Die is veel lastiger te maken omdat de opbrengsten en kwaliteitseisen per ras sterk wisselen. Hier wordt geconcludeerd dat de kostprijs zeker 2,5 tot 3 cent hoger ligt.

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden