Aardappelverwerkers in de Verenigde Staten hebben het gas behoorlijk losgelaten dit voorjaar. Dat blijkt uit data van het USDA. Toch zitten de schuren bij aardappeltelers minder voor, in vergelijking met een jaar geleden. Meer aardappelen krijgen een andere bestemming dat tot frites te worden verwerkt.
Volgens officiële cijfers van het USDA lag op peildatum 1 april nog 5,92 miljoen ton aardappelen in voorraad bij telers in de Verenigde Staten. Dat is een daling van 5,6% (344.000 ton) met een jaar eerder. Sinds de vorige voorraadpeiling, op 1 februari, hebben 3,45 miljoen ton aardappelen de schuren verlaten.
5% minder verwerking
Van het totale geoogste volume, dat afgelopen najaar ruim 19 miljoen ton bedroeg, is inmiddels bijna 10 miljoen ton afgeleverd door telers. Een derde van het totale volume is door de industrie verwerkt. Het gaat om 6,68 miljoen ton dat door de poortjes van de fabriek ging tot 1 april. Daarmee ligt het tempo bijna 5% achter op een jaar eerder, toen nog goed 7 miljoen ton werd verwerkt. Het totale verbruik ligt eveneens zo'n 5% lager.
Het vijfjarig gemiddelde voor 1 april ligt op 6,86 miljoen ton, waarmee de huidige verwerking dus 2,6% achterligt. Ondanks dat fabrieken minder volume hebben afgenomen zijn er dus wel meer tonnen afgeleverd. 3 miljoen ton aardappelen kreeg een bestemming buiten de verwerkers om en dat is maar liefst 50% meer dan in 2024. Overigens is dat niet heel bijzonder. In de afgelopen vijf jaar gebeurde dat al tweemaal eerder.
Lagere voorraden
In de grote aardappelstaten Idaho en Washington hadden telers vorige maand allebei minder aardappelen in voorraad. In Idaho gaat het om maar liefst 11% minder. Goed voor 272.000 ton. Dat heeft grotendeels te maken met een kleiner areaal in die staat. In Washington lag het niveau bijna 2% lager. Ook andere grotere staten voor de aardappelteelt rapporteerden kleinere voorraden. In enkele 'kleinere' staten lag het voorraadniveau iets hoger.
Aardappelverwerkers in de grootste teeltgebieden: Idaho, Washington en Oregon hebben allemaal minder aardappelen verwerkt. Dat is op zicht bijzonder, want de grondstof om te verwerken is er wel. Insiders wijten de beweging vooral aan een moeilijke exportmarkt, omdat de binnenlandse afzet en consumptie van frites als goed wordt betiteld.
Overigens wordt nog wel een slag om de arm gehouden voor wat betreft de voorraadcijfers. Het is niet voor het eerst dat het USDA achteraf (forse) correcties doorvoert in de voorraden.
Tegenvallende export
Het huidige verwerkingsseizoen had, op het moment dat deze cijfers werden samengesteld, nog zeker vier maanden te gaan. Insiders rekenen erop dat het verwerkingsniveau blijft tegenvallen en dat er daardoor meer aardappelen overblijven. Ook de grote oogst helpt daar niet bij. In de VS loopt de afzet van frites naar behoren, maar in februari van dit jaar lag het exportniveau 9% lager. Ook Amerikaanse verwerkers kampen met toenemende concurrentie op de wereldmarkt, mede als gevolg van hoge prijzen voor hun product. Ook een anti-VS sentiment in de wereld doet de Amerikanen weinig goed als het om handel gaat.
Als gevolg van deze situatie voeren de fabrieken behoorlijke correcties door in het te contracteren volume. In zowel de VS als Canada worden prijsverlagingen van 5% tot ruim 7% doorgevoerd, door alle fabrieken, al zijn nog niet alle contracten getekend. Verwerkers hebben behoefte aan 10% tot 15% minder aardappelen komend seizoen, met uitschieters tot 30%. Telers hebben de onderhandelingen niet overal afgewacht. Zo wordt in bijvoorbeeld Idaho door gepoot. Aardappeltelers kiezen ervoor om meer dubbeldoelrassen te poten, die ook als tafelaardappel kunnen worden afgezet. Het gaat om 6.000 tot 8.000 hectare.
Amerikaanse aardappeltelers zijn nog volop aan het poten. In de zuidelijke staten zitten de gewassen in de grond, maar in het noorden gaat het om een vijfde. Regenval bemoeilijkt het werk soms. Voor Idaho en Washington zijn de perspectieven dit seizoen goed, maar niet overal is afgelopen winter voldoende sneeuw gevallen om vochtreserves aan te vullen.
Pootseizoen Canada net gestart
In Canada komt het poten er pas net op gang. Op Prince Edward Island rijden de eerste machines. Telers hebben er te maken met 5% lagere contractprijzen, maar verwerker Cavendish houdt zijn volume wel stabiel. Verder aan de oostkust moeten het poten eveneens nog goed op gang komen. In de prairiestaten Alberta en Saskatchewan is de situatie wisselend. In Alberta rijden de pootmachines wel, terwijl in Saskatchewan sneeuw en regen roet in het eten gooien. Contractprijzen dalen er dit seizoen met 6,5%. McCain kiest ervoor geen volumereductie door te voeren in Alberta, waar het later dit jaar een verhoging van de productiecapaciteit doorvoert.
Fabrieken in de VS en Canada hanteren een heel ander beleid dan de concurrenten in Europa. Er is duidelijk op minder volume en lagere prijzen ingezet, waarmee wordt gereageerd en geanticipeerd op de wereldmarkt voor aardappelproducten. Canada vreest nog steeds voor de handelsrelatie met zijn belangrijkste partner de VS. Dat land, op hun beurt, merkt dat de afzet stroever verloopt door de stevige taal van President Trump. Belangrijke landen zoals Mexico nemen evenwel een goed volume product af.