Europese producenten van diepgevroren frites zijn de grote verliezers op de wereldmarkt voor aardappelproducten. Dat maken exportcijfers duidelijk. Waar Noord-Amerika en Azië aan het begin van 2025 nog behoorlijke resultaten kunnen presenteren, staat het volume aan deze kant van de oceaan sterk onder druk.
Deze situatie komt niet als een verrassing, gezien de ontwikkelingen op de aardappelmarkt. Aardappelverwerkers wijzen al bijna een half jaar op teruglopende verkopen van eindproducten. De redenen daarvoor verschillen: Europese frites is relatief duur en daarbij is de wisselkoers van de euro ongunstig. Ook hebben Aziatische landen marktaandeel afgesnoept, is er angst over importheffingen en nemen kopers een afwachtende houding aan. Of ook daadwerkelijk minder frites wordt gegeten is lastig te beantwoorden.
18 procent minder export
Helaas worden exportcijfers uit het geharmoniseerd handelssysteem met sterke vertraging gepubliceerd. De meest recente zijn die van februari. Daarin wordt duidelijk dat bijna 18% minder frites is geëxporteerd door de EU-27 landen. Alle grote bestemmingen laten een min zien. Over een periode van twaalf maanden ligt het volume nu 7% lager, vooral door goede resultaten in de eerste helft van 2024.
Het Verenigd Koninkrijk is verreweg de grootste afnemer van Europese frites. Het neemt bijna dubbel zoveel volume af als de nummer twee, het Midden-Oosten. In februari viel het Britse volume met 16% terug en die vanuit het Midden-Oosten met 35%. Naar Zuid-Amerika daalde de uitvoer met 12% en naar Aziatische landen zelfs met 37%. In totaal werd een krappe 155.000 ton frites geëxporteerd, tegenover 188.000 ton vorig jaar.
Prijs houdt enigszins stand
Logischerwijs staan de prijzen hierdoor ook onder druk. In februari daalden ze met 6%, goed voor €76 per ton. Voor een ton Europese frites werd in februari €1.192 betaald. Gevoelsmatig is dat – afgezet tegen de productiekosten – nog behoorlijk hoog. De waarheid is complex, aangezien in dit bedrag soms ook verzekerings- en vrachtkosten worden meegenomen. Exporterende en importerende landen melden namelijk verschillende bedragen aan in het handelssysteem. Een daling van 6% (en 4% over twaalf maanden) is zeker niet zo negatief als de volumedalingen die zichtbaar zijn.
Inzoomend op de cijfers voor de EU-5 (EU-4 + Polen) dan loopt de rapportage helaas nog een maandje achter. Tot en met januari 2025 ligt het volume iets lager (1,3%) dan in dezelfde periode daarvoor, maar wel wordt duidelijk dat België en Nederland rake klappen krijgen. Het uitgevoerde volume in de eerste maand van het jaar ligt voor ons land 12% lager en voor België 7%. Frankrijk en Polen zijn de grote winnaars, met maar liefst 75% en 98% groei. Het verhaal van Frankrijk is vooral de fors toegenomen verwerkingscapaciteit en bij Polen is het een combinatie van de laagste prijs en een betere beschikbaarheid aan aardappelen. Over de hele linie staan de verkoopprijzen licht onder druk, met 3,3% daling in januari.
Prijsvechter India
De harde conclusie is dat het toch vooral Europa is die klappen incasseert op dit moment. India behaalde in februari zelfs een recordafzet aan aardappelproducten, die bijna de helft hoger lag dan in dezelfde maand vorig jaar. Zo nam Saoedi-Arabië in een jaar tijd dik 400% meer product af, wat direct terug te zien is in de Europese handelsbalans. Uitvoer naar de Verenigde Arabische Emiraten lag maar liefst 700% hoger. Omgerekend lag de verkoopprijs gemiddeld op €1.030 per ton, wat €162 lager is dan voor frites uit Europa.
Ook de VS en Canada presteerden niet slecht. Exporteurs hebben duidelijk gas gegeven om mogelijke heffingen voor te zijn, die nog steeds boven de markt hangen als het zwaard van Damocles. Het exportvolume van de VS lag in maart van dit jaar zelfs nipt boven dat van vorig jaar, en over een periode van twaalf maanden ligt het volume zelfs 4% hoger. Deze positieve noot is vooral te danken aan Aziatische landen als Japan, Taiwan en Maleisië die meer Amerikaanse frites bestelden. Canada hield zijn export in maart stabiel, met slechts een minimale krimp. Het volume dat werd uitgevoerd naar de VS nam wel 4% af. Ook de Noord-Amerikaanse prijzen staan licht onder druk.
Grootmachten hard getroffen
Europese fritesproducenten, en dan met name die in België en Nederland, moeten hopen op een klein wonder om hun wereldhandel uit het slop te trekken. De grootmachten worden momenteel hard getroffen. Insiders melden dat de situatie in februari en maart niet veel beter was dan in januari, waarover wel data bekend is. De Aziatische concurrentie verdwijnt niet zomaar, wanneer ze het prijsvoordeel behouden. Daarvoor moeten de Europese prijzen nog significant gaan dalen. De weg omlaag is wel ingezet, maar is dat voldoende?
Binnen Europa en richting de VS wordt nog altijd een zeer goed volume frites afgezet. De uitdaging zit hem in het Midden-Oosten en Azië, waar de Nederlanders en Belgen een veer moeten laten. Daarmee komt een (tijdelijke) afvlakking van de groei van de Europese fritesmarkt, zoals die zich sinds de coronapandemie heeft geopenbaard. De kans dat deze situatie ook het komende seizoen (of twee) de markt gaat beheersen is groot. Dit heeft dan onherroepelijk effect op de vrije aardappelprijzen en contractprijzen, zoals nu al zichtbaar is.