Amerikaanse aardappelverwerkers voeren een forse correctie door in het aardappelareaal in de Verenigde Staten dit jaar. Dat komt daardoor op het laagste niveau in 73 jaar tijd uit. Nieuwe cijfers uit de sector bevestigen de verlaging. Zo anticiperen de bedrijven op een verminderde vraag naar aardappelen en eindproduct. Daarmee kan het Amerikaanse scenario weleens een voorspellende waarde hebben voor de Europese markt.
Voor het poten moest beginnen werd uitgegaan van 3% tot 4% areaalreductie in de Verenigde Staten dit jaar. Nieuwe inschattingen van de sector zelf komen, nu het poten zo goed als afgerond is, inderdaad uit op dit percentage. Vooral in de twee grote aardappelstaten Idaho en Washington is fors gesneden in de contractvolumes.
Dubbele verlaging
De nieuwste areaalraming voor 2025 komt uit op 362.600 hectare aardappelen (consumptie en pootgoed) in de Verenigde Staten. Dit betekent een daling van 3,7% ten opzichte van de 376.465 hectare die vorig jaar volgens het USDA werd verbouwd. Ook toen daalde het areaal al, met 3,1%. Forse verlagingen in Idaho en Washington dragen in een sterke mate bij aan deze reductie.
Idaho en Washington zijn samen goed voor de helft van de totale aardappelteelt in het land. Hier zijn dan ook de aardappelverwerkers geclusterd. Niet zo gek dat juist daar relatief grote verlagingen worden doorgevoerd in de contractvolumes. Met 125.500 hectare ligt het areaal in Idaho 1,5% lager dan vorig jaar. Dat klinkt niet als veel, maar het is nog altijd ruim 2.000 hectare minder dan in 2024. In Washington daalt het areaal met 6.000 hectare, tot 58.700 hectare. Een reductie van 9,5% vergeleken met vorig jaar. Procentueel is Oregon de grootste daler, met 11,5% minder aardappelen (-2.000 hectare).
Ideaal groeiseizoen
In beide aardappelstaten is het groeiseizoen goed begonnen en staan de gewassen er mooi op. Het weer is tot nu toe bijna ideaal geweest. In Idaho is de areaalkrimp kleiner omdat telers besloten om zonder contract alsnog aardappelen te poten. Het pootgoed daarvoor was meestal al aanwezig op de bedrijven. Zowel producenten van frites als van granulaat en vlokken hebben in de volumes gesneden dit jaar.
Het teeltseizoen in Noord-Dakota, de nummer drie in aardappelen met 29.000 hectare, is grilliger begonnen. Temperaturen jojoden tussen de 4 en 35 graden over een periode van tien dagen. Daarbij viel er wel neerslag van betekenis, wat voor de telers een geschenk is. Het poten is begin juni nog niet afgerond in de prairiestaat. Één verwerker heeft zijn contractvolumes iets verlaagd, waarbij het tafelaardappelareaal juist toeneemt. Daardoor stijgt het totale areaal maar zeer gering.
Kleinste areaal sinds 1952
Wordt de areaalkrimp daadwerkelijk 3,7%, dan praten we over het kleinste Amerikaanse aardappelareaal sinds 1952. Wordt een gemiddelde oogst behaald, dan ligt het totale aardappelvolume slechts 2% onder dat van vorig jaar. De startpositie van het groeiseizoen is in de meeste staten uitzonderlijk goed geweest, wat de indruk wekt dat 2025 een prima oogst kan opleveren. Eind juni komt het USDA met zijn eerste prognose voor het areaal van dit jaar.
Nagenoeg alle producenten van frites hebben gesneden in hun aardappelcontracten. Er zijn fabrieken die tot in september met de oude oogst doordraaien. Ook worden, met name in Idaho en Washington, grote volumes aardappelen gedumpt als veevoer bij feedlots. Naar vrije aardappelen is totaal geen vraag, net als in Europa. Ondertussen staan de vroege aardappelen er goed voor, waardoor de nieuwe oogst naar verwachting vroeger en groter is in volume.
Meer fritesexport
In het eerste kwartaal van dit jaar lag het exportniveau van frites vanuit de VS en Canada gezamenlijk 3,4% hoger dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar, zo blijkt uit internationale handelscijfers. In diezelfde periode exporteerde de EU juist 8,8% minder. China en India zijn de twee landen die een stevige vinger in de pap hebben. Het eerstgenoemde land verdubbelde zijn exportvolume in het eerste kwartaal van dit jaar, terwijl die van India met bijna een derde toenam.
Amerikaanse voorraadcijfers van peildatum 1 mei bevestigen het goede exportniveau. De volumeafname gedurende april was de derde grootste in ruim tien jaar tijd. Er werd bijna 16.000 ton frites onttrokken uit de vrieshuizen. De totale voorraad begin mei was 3% kleiner dan vorig jaar het geval was.
Voorspellende gave
Amerikaanse aardappelverwerkers hebben al langer te maken met een tegenvallende fritesexport. Daar is vorig jaar op geanticipeerd (met minder areaal) en dit jaar opnieuw. Heffingen hangen nog altijd als een donkere wolk boven de sector, maar het is vooral de toegenomen concurrentie die ze parten speelt. Deze situatie toont veel gelijkenissen met het scenario dat zich nu in Europa ontvouwt. De Noord-Amerikaanse beweging kan dus een voorspellende waarde hebben voor hoe de Europese verwerkers gaan acteren wanneer de situatie hier niet sterk verbetert.