Aardappelconcern CelaVita in Wezep verkeert in zwaar weer, doordat het bedrijf dit voorjaar Albert Heijn als belangrijke klant is kwijtgeraakt. Om beter te concurreren op de markt moet CelaVita de kosten drukken en investeert het bedrijf in nieuwe markten, waaronder die van verse frites. In lopende onderhandelingen over een nieuwe cao heeft CelaVita de vakbonden in een eindbod gevraagd de eisen te matigen.
In het eindbod aan de vakbonden FNV en CNV geeft CelaVita, dat in eigendom is van investeringsmaatschappij Nimbus, aan dat de onderneming nu met verlies draait. Een van de belangrijkste redenen daarvan is dat CelaVita in april van dit jaar ongeveer een kwart van zijn afzet kwijt is geraakt door het wegvallen van het koelvers volume aan Albert Heijn. Hierdoor zet het bedrijf wekelijks 650 tot 700 ton in plaats van de eerst rond de 850 tot 900 ton om. Daarbij heeft het bedrijf het moeilijk om nieuwe klanten te werven om de afzet te vergroten, doordat ze naar eigen zeggen 15% tot 25% duurder zijn dan de concurrenten.
Investeren in nieuwe markten
Dat zit hem niet in de grondstofkosten, oftewel de inkoop en contracten van de aardappelen, geeft CelaVita aan. Het bedrijf constateert daarin min of meer op dezelfde lijn te zitten als de concurrenten. Het prijsverschil zit hem vooral in de interne kosten. CelaVita gaat ervan uit tot het einde van dit jaar niet substantieel in volume te groeien. Het bedrijf investeert in andere markten, waaronder nieuwe productielijnen voor verse frites en gnocchi. Het kost tijd om deze nieuwe producten te laten landen in de markt.
Als het lukt om nieuwe markten te veroveren, hoopt CelaVita over 2026 quitte te spelen en in 2027 'voor het eerst in jaren' weer winst te kunnen maken. Daarvoor is het essentieel dat de kosten over 2025 niet verder oplopen, benadrukt het concern in het eindvoorstel aan de bonden. Het eindbod van CelaVita voor een nieuwe cao, die in de ogen van het bedrijf een looptijd van 1 jaar moet hebben van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026, houdt onder meer een loonsverhoging van twee stappen in. Dit is een loonstijging van 1,5% per 1 januari 2026 en nog een 1,25% per 1 mei 2026. Deze percentages zijn ver verwijderd van de inzet van de vakbonden voor een loonsverhoging van 5%.
Actievoeren niet uitgesloten
Ook stelt CelaVita voor de toeslagen voor ploegendienst te versoberen. Vakbond CNV heeft al laten weten dat het eindbod met de voorgestelde loonsverhogingen in twee stappen de inflatie niet volledig compenseert. Het bod is dus niet 'inflatieproof', constateert CNV en ook komen de loonsverhogingen volgend jaar nog eens laat. Ook over het versoberen van de toeslagen voor de ploegendiensten stelt de vakbond vragen. CNV heeft morgen (donderdag 26 juni) twee overleggen ingepland met de leden om het eindbod te bespreken. De bond sluit daarbij nadrukkelijk actievoeren als uiteindelijk uitkomst van die overleggen niet uit.