Waar de laatste weken de schijn nog werd opgehouden door de diverse noteringen, was het vandaag duidelijk dat de kleren van de keizer er niet waren. Met een Belgapom-notering van €1,50 voor vroege aardappelen af land, zijn alle maskers afgevallen en wordt duidelijk dat er gewoon geen enkele vraag is naar vroege aardappelen binnen Noord-Europa.
De markt zit op slot en er is geen ruimte voor aardappelen die niet vooraf zijn gecontracteerd. De verwerkers in Noord-Europa zijn nog druk om het overschot van de oude oogst weg te werken, en sommige verwerkers hadden al besloten om nog iets langer door te gaan met oude oogst aardappelen, omdat deze tegen voerprijzen konden worden gekocht. Daarmee waren deze aardappelen vele malen goedkoper dan de vroege aardappelen uit bijvoorbeeld Bordeaux. Het gevolg is dan ook dat de vroege aardappelen meer groeidagen krijgen, wat zal zorgen voor een grotere oogst en daar is getuige de Belgapom-notering van vandaag geen plek voor.
Lagere prijs geeft niet meer vraag
Het effect van het verder verlagen van de fritesaardappelprijs blijft uit, er hebben zich niet meer kopers voor aardappelen gemeld. Daaruit blijkt wederom dat het huidige marktsysteem niet meer werkt. Of je contracteert alle aardappelen die er groeien in Europa of je geeft ruimte aan de markt, en hiervoor zou dan minimaal 50% vrije aardappelen moeten worden geteeld. Alles daartussenin zorgt voor marktdisruptie. Want ook al noteert de Belgapom vandaag €1,50, dan nog is het niet zo dat er kopers staan te springen om aardappelen te kopen.
De afzet van frites is simpelweg te zwak om alle aardappelen via de poorten van de verwerkers af te zetten. Door de prijs nu zover te laten zakken, kan men enkel hopen dat er telers zijn die de kosten voor het oogsten niet meer willen maken en direct de cultivator in het perceel zetten om zo niet nog meer kosten te maken. Zelfs in coronatijd, toen de gehele vraag naar frites weg viel, was de markt nog niet zo slecht als dat deze zich vandaag laat zien.
Iets wat te denken geeft voor de rest van het seizoen. Want de huidige markt is niet een kwestie van vraag en aanbod, van lagere of goede opbrengsten in de verschillende landen van voornamelijk de EU-4, of van mindere kwaliteiten zoals doorwas. Het draait vandaag om de vraag wie het beste in staat is om frites op de wereldmarkt tegen een zo gunstig mogelijke prijs weet af te zetten. Door toegenomen concurrentie op de wereldmarkt zijn de gevolgen merkbaar voor de gehele West-Europese aardappelsector.