De Nederlandse export van consumptieaardappelen naar Afrika is in juli en augustus gestegen naar bijna 8.800 ton. De uitvoer is daarmee 2.850 ton (48%) groter dan in dezelfde periode vorig jaar, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO).
De grotere export naar Afrika is mede het gevolg van de lagere aardappelprijzen dit seizoen. In juli/augustus 2023 zakte de uitvoer naar een dieptepunt van 2.127 ton. Het jaar daarop nam de uitvoer in die maanden toe tot 5.916 ton.
Binnen Afrika zijn er wel flinke verschuivingen in de afzet. Senegal laat het dit keer wat afweten, maar Ivoorkust en Mali kopen aanzienlijk meer Nederlandse aardappelen. De afzet naar Ivoorkust bedraagt 3.928 ton, dat is bijna 1.600 ton meer dan vorig jaar. Mali importeert 2.186 ton en dat is 1.450 ton meer dan een jaar geleden. De export naar Senegal blijft steken op 450 ton, terwijl het land vorig jaar 1.556 ton importeerde.
De uitvoer naar Amerika blijft redelijk stabiel in vergelijking met voorgaande jaren. Dit jaar is net iets minder dan 8.500 ton naar dit continent verscheept, vorig jaar lag de hoeveelheid er net boven. Grootste afnemer is Trinidad en Tobago met 2.768 ton.
Binnen Europa is de afzet kleiner dan vorig jaar. Dat komt vooral omdat er lokaal meer aardappelen worden geteeld. Zo is de afzet naar België ruim 15.000 ton kleiner dan vorig jaar met een totaal van 51.500 ton. Ook Frankrijk heeft dit jaar minder interesse. De afzet naar dit land is meer dan gehalveerd tot amper meer dan 5.000 ton. Ook Zweden en het Verenigd Koninkrijk importeren minder aardappelen.
Grotere oogsten in eigen land hebben niet overal geleid tot minder kooplust. Zo heeft Duitsland in juli en augustus bijna 6.000 ton aardappelen meer gekocht in Nederland. Daarmee stijgt de totale afzet naar onze oosterburen naar 9.457 ton.
De aardappelimport is aanzienlijk kleiner dan in voorgaande jaren. In juli en augustus is in totaal 230.233 ton consumptie- en industrieaardappelen geïmporteerd. Dat is bijna een kwart minder dan een jaar geleden.