Op de feestdag van Sinterklaas zijn er op de aardappelmarkt geen cadeautjes te verwachten. Zowel Belgapom als Reka-Rheinland hebben vandaag uitgepakt met onveranderde prijzen.
Met de feestdagen aan het eind van deze maand in het vooruitzicht, hoeven in de extreem lage aardappelprijzen voorlopig ook geen veranderingen te worden verwacht. De voorman van de Belgische aardappelhandel en fritesindustrie Christophe Vermeulen onderschrijft dat. "Het lijkt erop dat er richting jaareinde niet veel beweging zal zitten in deze erg flauwe marktsituatie", zegt hij in zijn wekelijkse videobericht Wat is er toch aan de hand in aardappelland.
Het zijn niet alleen de wekelijkse vrije prijzen die in de goot liggen als gevolg van een markt die geheel op zijn gat ligt. Ook de aardappelpools zien geen mogelijkheden om iets fatsoenlijks te maken in de huidige malaise. De Aviko-poolprijzen voor aflandlevering blijven ook steken op een historisch laag gemiddelde van €2,50 per 100 kilo.
Directeur Agro & Supply Dick Zelhorst draait er dan ook niet om heen. De ongelukkige combinatie van 10% meer Europees areaal, 15% meer opbrengst en gebrek aan afzet hebben ertoe geleid dat de Aardappel Telers Commissie (ATC) van Aviko vrijwel geen verkoopmogelijkheden heeft gehad. Dit zorgde ervoor dat een deel van de poolaardappelen moest worden afgezet naar vlokken- en zetmeelindustrie en ook zelfs in het veevoer zijn beland.
Eerste contracten voor 2026
Ook voor komend jaar hoeven de aardappeltelers voorlopig niet te rekenen op cadeautjes. De contractprijzen gaan omlaag. Dat was al wel bekend, maar deze week zijn de eerste voorstellen daadwerkelijk gepresenteerd. In België zijn de eerste fritesfabrikanten met hun contracten naar buiten gekomen waaruit blijft dat komend jaar zo'n €4 per 100 kilo minder wordt betaald dan dit seizoen.
De uitkomsten van de nieuwe contracten zijn geen daverende verrassing. Toch blijft het een hard gelag dat een markt die wereldwijd nog steeds een gezonde groei laat zien, de telers in Noordwest-Europa plots hard in de portemonnee treft. Het is nog niet zo lang geleden dat de contractprijzen in een grote strijd om de hectares flink zijn verhoogd. Dat was ook nodig om de sterk stijgende kosten te kunnen compenseren.
Focus op strijd om afzet
Dat laatste lijkt nu weer compleet uit het oog verloren. De focus is verlegd naar strijd om afzet en dat vraagt om het aansjorren van de broekriem. Goedkopere frites is nodig om het terreinverlies in de internationale fritesafzet terug te winnen. Plat gezegd komt de rekening daarvoor bij de boer te liggen. Dat terwijl de teeltkosten verder zullen toenemen, omdat van telers ook verwacht wordt dat ze invulling geven aan de duurzaamheidswensen van de afnemers.
De fritesindustrie heeft de strijd om de hectares in de afgelopen jaren glansrijk gewonnen. In twee jaar tijd zijn er zo veel hectares bij gekomen dat de markt is overvoerd. Dat heeft er dus voor een belangrijk deel ook aan bijgedragen dat de prijzen van de vrije aardappelen zo historisch laag zijn.
Fritesindustrie wint strijd om hectares
De industrie hoeft niet bang te zijn dat de strijd om de hectares zo een-twee-drie weer oplaait. De prijzen voor graan zijn gedaald naar een laag niveau en ook de bietenteelt is in 2026 verder aan banden gelegd. Uien zullen de gaten die vallen ook niet opvullen, mede door een gebrek aan zaaizaad. En ook de groenteteelt biedt gezien de overvolle markt dit jaar vooralsnog geen soelaas.
Telers zien zich daarom gedwongen om de teelt van aardappelen komend jaar wel door te zetten in de hoop dat de markt over een tijdje wel weer aantrekt. In deze situatie is het dan ook heel simpel voor de industrie om de rekening van goedkopere frites naar de telers door te schuiven.
Ook elders gebrek aan alternatief
Bij gebrek aan alternatieven blijft de aardappelteelt van het allergrootste belang en worden de contracten ondanks de fors lagere prijzen volop getekend. Voor het komende jaar blijft het hopen dat de buurman toch wat minder hectares zet. Daarbij wordt ook naar Frankrijk en Duitsland gekeken, waar in de afgelopen twee jaar het gros aan extra hectares zijn gekomen. Maar ook daar ontbreekt het aan alternatieven.
De weg omlaag is in deze veel lastiger dan de achterliggende (korte) weg omhoog. Hoe lang deze afdaling zal zijn, is onbekend. Eén ding is wel zeker: het zal er wel glibberiger op worden. En de risico's van deze route blijven bij de teler, die in ieder geval weet dat hij minder zal beuren voor de vastgelegde aardappelen. Het feest van relatief hoge contractprijzen blijkt dus van korte duur; geniet daarvan zolang het nog kan.