Het leek er even op dat een tegenvallende aardappelkwaliteit dit jaar nóg een ingrediënt ging worden waar de markt mee moest dealen. Toch is die lang niet overal zo slecht als eerder werd gedacht. Wel is duidelijk dat de knollen behoorlijk kiemlustig zijn. Het is dus opletten geblazen.
Daarmee moeten we niet alle problemen weg relativeren. Er zijn zeker telers die kampen met een seizoen van mindere kwaliteit. Niet voor niets kwam verwerker Farm Frites met een contractwijziging op de proppen, die flink wat stof deed opwaaien. Niet alleen bij telers, maar ook bij belangenbehartigers. Uiteindelijk greep de ACM in, waarna telers voor het bedrijf nu tot de kerst de tijd hebben om met het voorstel akkoord te gaan.
Droog rooien
Een (groot) deel van de kwaliteitsproblemen is te herleiden naar de oogstomstandigheden. Er is, met name in het zuiden van Nederland en in België, onder droge en scherpe omstandigheden gerooid. Op de zwaardere gronden zorgt dat zeker voor extra beschadigingsrisico.
Waar mogelijk is geanticipeerd door flink te beregenen, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Te droog, te nat, een ongelijke verdeling en wat al meer. Er gaat dan toch niets boven een bui uit de lucht die helaas maar uitbleef.
Er doen verschillende theorieën de rondte over de verhoogde mate van rooibeschadiging dit jaar, afgezien van het hoge onderwatergewicht. Toch is het lastig om daar de vinger achter te krijgen.
Een idee is dat het aardappelgewas dit jaar minder kali heeft opgenomen (door droogte), wat de schilkwaliteit nadelig heeft beïnvloed. Telers die het hebben aangedurfd te wachten tot in november hebben wél een prima rooikwaliteit, terwijl het groeiseizoen voor die gewassen niet anders was.
De aanwezigheid van rooibeschadiging heeft her en der ook voor bacterierot gezorgd. Het gaat dan meestal om kleine nestjes in de cel, maar daarvoor moet je wel meer draaien dan je lief is. Al met al niet eenvoudig.
MH heeft wél gewerkt
Viaverda volgt dit seizoen 16 Vlaamse bewaarloodsen waar het ras Fontane in ligt opgeslagen. Deze aardappelen werden tussen eind september en eind oktober gerooid. Onder droge en warme omstandigheden dus. Op één na werden alle partijen met kiemremmer MH behandeld. Residumetingen tonen aan dat het middel goed is opgenomen geweest. Ook dat is een beetje tegen het algemene idee in, in Nederland althans. Zelfs bij Fontane, doorgaans niet het meest kiemlustige ras, werd al zeer vroeg kiem ontdekt.
Ook Viaverda erkent dat het effect van MH tot op heden weinig zichtbaar is. De onderzoekers wijten dat aan meerdere factoren. Om te beginnen hebben de aardappelen meer groeidagen gehad dan bijvoorbeeld vorig jaar. De knollen zijn daardoor fysiologisch ouder de bewaring ingegaan. Daarbij komt stress tijdens de groei, door droogte en hoge temperaturen. Vanwege het warme weer rond het rooien is ook vaak lang gewacht met koelen na de oogst. Ook dat is niet gunstig.
Rooiers rijden nog
Later rooien heeft een positief effect gehad op de kiemlust, toen de temperaturen lager waren. Toch weegt het risico van laat rooien meestal niet op tegen de voordelen. Voorafgaand aan de oogst riepen de industrieën al collectief op om tijdig te rooien. Door het enorm vertraagde aflandseizoen is dat overigens niet altijd gelukt.
Zelfs half december! worden er nog aardappelen geoogst. In het zuiden gaat het zelfs prima. In het (noord)oosten is het beduidend natter, maar telers hebben meestal wel de hoge, droge percelen uitgezocht om te laten zitten. Niet al het product komt overigens uit de grond. Er zijn telers die hun vrije deel laten zitten en daar de cultivator of frees in zetten.
Wie liever het land leeg wil hebben, of bijvoorbeeld wel moet op huurgrond, moet soms creatief zijn. Zo worden er mobiele wasinstallaties ingezet om het product direct te wassen en zo veevoer-geschikt te maken. Dit product wordt dan vervolgens in slurven ingekuild. De maïs- en graskuilen zijn immers al dicht.
Ook gaan er aardappelen richting biovergisting, zeker wanneer de kwaliteit minder is. Ook dan moet het product vrij van grond zijn. Het brengt allemaal kosten met zich mee die in de huidige markt niet worden vergoed.
Goede bakkwaliteit
Alle issues ten spijt, de bakkwaliteit is in de monsters die Viaverda nam prima. Dankzij de hoge onderwatergewichten is er een groot risico op stootblauw, maar dat komt in 5 van de 16 partijen voor. Kieming komt overal voor, maar is nog geen echt probleem. Door het warme weer, ook nu weer, was het lastig om de partijen op hun streeftemperatuur te brengen. Een kortstondige koudegolf heeft daar uiteindelijk bij geholpen.
In oktober lag het verwerkingsrendement van de Nederlandse fabrieken op 54,8% dat is net iets boven het vijfjarig gemiddelde van 53,4% en gewoon goed te noemen. Kijkend naar de bekende kwaliteitscijfers dan kunnen fritesproducenten over voldoende aardappelen beschikken met een goede kwaliteit. Issues, zoals die na oogst 24 optraden, hoeven de markt wat dat betreft niet te hinderen.