De Nederlandse aardappelverwerkers hebben hun productie in november verder teruggeschroefd. Dit ging vooral ten koste van de verwerking van Nederlandse aardappelen. De aanvoer uit het buitenland bleef op peil.
In november hebben de Nederlandse fabrieken in totaal 288.000 ton aardappelen verwerkt, blijkt uit cijfers van de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (Vavi). Deze hoeveelheid is 12% kleiner dan de 327.300 ton vorig jaar in dezelfde maand.
De helft van het volume dat vorige maand aan aardappelen is verwerkt, komt uit het buitenland. Daarmee doet de verwerking van deze aardappelen nauwelijks onder voor die van vorig jaar november. Ten opzichte van de jaren daarvoor zijn meer importaardappelen verwerkt.
Het volume aan Nederlandse aardappelen in de verwerking daalde vorige maand naar 146.300 ton. Deze hoeveelheid is 20% kleiner dan november vorig jaar. Over een langere periode bezien schommelt de verwerking van Nederlandse aardappelen in november van 170.000 tot 230.000 ton.
Daling in eindproduct beperkt
Hoewel de aardappelstroom naar de fabriek ten opzichte van 2024 met meer dan 10% afnam, bleef de daling in eindproduct beperkt tot minder dan 8 procent. De productie van voorgebakken product daalde met een kleine 10% naar 139.000 ton, bij de overige producten is sprake van een toename met ruim 3% naar 27.800 ton. Het rendement van de aardappelen komt daarmee op 58% tegen 55% vorig jaar.
De totale productie van voorgebakken product komt in de maanden juli tot en met november op bijna 690.000 ton. Deze hoeveelheid is 3% kleiner dan in dezelfde periode vorig jaar. De productie van overige producten is in deze periode met 8% toegenomen tot 123.000 ton.
De totale aardappelverwerking in de maanden van juli tot en met november blijft dit jaar op iets minder dan 1,45 miljoen ton steken. Deze hoeveelheid is bijna 6% kleiner dan vorig jaar. In 2024 was in deze periode al sprake van een daling met 4% ten opzichte van 2023. Daarmee komt de krimp van de verwerking over twee jaar berekend op bijna 10%.