Het mag dan tegenzitten op de aardappelmarkt, en ook de saldo's van bijvoorbeeld graan en suikerbieten geven weinig financiële speelruimte, maar volgens de grootbanken is dat geen reden tot paniek. Zij zien geen betalingsproblemen bij hun klanten. De kostprijs blijft onverminderd hoog. Ook bij de huur- en verkoopprijzen voor grond zien zij geen aanleiding tot een daling.
De sectormanagers akkerbouw van Rabobank, ABN Amro en ING zien het – ook voor de aardappelteelt – nog niet zo somber in. Dat het een jaar tegenvalt is in het verleden veel vaker gebeurt. "De laatste drie jaren zijn voor akkerbouwers financieel ruim boven het vijfjarig gemiddelde geweest; dat het een keer tegenzit is te verwachten", zegt Gea Bakker van Rabobank. Rabobank-topman Stefaan Decraene zei onlangs bij de presentaties van de jaarcijfers van de bank geen concrete aanwijzingen te hebben die wijzen op een verslechtering van de financiële situatie van akkerbouwers.
Geen financiële problemen
Grote financiële problemen bij akkerbouwers zien de drie banken vooralsnog niet. "In deze tijd van het jaar zie je eigenlijk nooit betalingsissues", zegt Jan de Ruyter van ABN Amro. "Er komt geld binnen van de verkochte producten of ondernemers hebben een voorfinanciering of RC-krediet lopen. Wel kunnen onderling forse verschillen ontstaan. "Wie zijn vrije aardappelen van oogst '24 voor zeer lage prijzen heeft moeten verkopen merkt dat goed", zegt hij. "Ook tussen regio's onderling zijn er grote verschillen. In de zuidoostelijke zandregio hebben akkerbouwers twee jaar niet kunnen profiteren van de goede aardappelmarkt door invloeden van het weer."
Bakker merkt op dat menig ondernemer na de laatste jaren een buffer heeft op kunnen bouwen om een slecht jaar te overbruggen. "Ondernemers hebben, net als hun afnemers, steeds op groei gefocust. Tegelijk kennen ze wel de risico's. Je ziet daarom dat bijvoorbeeld dit jaar meer driejarige afzetcontracten zijn afgesloten voor fritesaardappelen."
"Pas volgend voorjaar wordt het financieel spannender voor de akkerbouwer", meent Jan Willem van den Berg van ING. "Dan moet zaai- en pootgoed worden aangeschaft, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen."
Disbalans
"Aardappelseizoen 2025/2026 gaat waarschijnlijk de boeken in als een jaar met een goed groeiseizoen en gemiddeld lage prijzen", vervolgt Van den Berg. "Deze marktontwikkeling hebben we in het verleden vaker gezien." Bakker vult aan: "Frites is een groeimarkt, maar de groei in productie komt nu te snel, waardoor een disbalans is ontstaan. Zo zien we in Nederland dat er stoppende melkveehouders zijn geweest die hun grasland hebben omgezet in fritesaardappelen." Ook De Ruyter stipt die ontwikkeling aan.
Naast de grote aardappelproductie, door het gegroeide areaal, is er de afzet waar het aan schort. De Ruyter: "Vooral in regio's met een grote economische onzekerheid zien we dat dit consumptiepatronen beïnvloedt. Mensen eten bijvoorbeeld minder buitenhuis en dat merkt de fritesconsumptie. Sowieso staat het fastfoodsegment onder druk. Diepgevroren frites zijn lang te bewaren. Mogelijk dat onverkocht product bewaard wordt door fabrieken, wat op de langere termijn effect kan hebben."
Areaalkrimp
Rabobank gaat uit van een krimp in het aardappelareaal voor 2026. Bakker: "We kijken als bank ook naar de langere termijn van vijftien jaar vooruit. In onze Agrofoodvisie 2040 is vermeld dat we een krimp van landbouwareaal verwachten. In deze visie gaan we ervan uit dat het totaal akkerbouwareaal met 10% krimpt in Nederland. Voor vollegrondsgroente is dat zelfs 20%, omdat die teelten onder grote druk staan van het sterk gekrompen middelenpakket. Naast druk op de grond vanuit de woningbouw, industrie en natuur dat de wetgeving een impact heeft op teelten. Denk aan de nitraatrichtlijn. Er komen in meer gebieden meer beperkingen op het vlak van af- en uitspoeling en de teelt van rustgewassen. Dat heeft impact op bijvoorbeeld aardappelen."
Toch zorgt deze situatie volgens de banken niet voor een malaise op de grondmarkt. "Lage verkoopprijzen zorgen voor lagere huurprijzen", zegt Van den Berg. Daar kan ook De Ruyter zich wel in vinden. "Op de korte termijn zie je aarzeling om grond te huren." Over de koopmarkt voor grond, daarover blijven alle drie de banken onverminderd positief. De druk op grond is simpelweg zo groot dat een prijsverlaging er niet in zit. "Er is altijd wel een partij die zijn portemonnee kan trekken", aldus De Ruyter. Een uitzondering op die regel is grond rond natuurgebieden (Natura 2000), meent Bakker. "We zien dat daar de prijzen wel onder druk staan. Die hoge grondprijzen ga je uiteindelijk terugzien in de bedrijfsresultaten. Ondernemers zijn verplicht om af te lossen. Bij hogere grondprijzen nemen rente en aflossing toe."
Het zijn met name de factoren grond en arbeid die bepalend blijven voor de kostprijs. Die voor inputs als pootgoed, gewasbescherming en kunstmest blijven lichtjes schommelen, zo is het idee van de sectoranalisten. Energie kan mogelijk wel een grotere post gaan worden.
Niet zenuwachtig
Agrarische ondernemers worden niet zenuwachtig na één slecht jaar, en dat geldt ook voor de banken, zo blijkt. "Ondernemers zijn zelf actief bezig met hun liquiditeitspositie", weet De Ruyter. "In de sector zijn ups en downs, dat is altijd zo geweest." Hij spreekt van een 'remweg' voor de aardappelmarkt, doelend op de vaste-prijscontracten waar de meeste telers dit seizoen op kunnen vertrouwen voor het grootste oogstvolume. Ondertussen wordt van een reset gesproken voor de teelt. Bakker spreekt van uitfilteren van het areaal de komende jaren. "De 'nieuwe' teeltgebieden zien we de komende jaren als eerste ook weer krimpen", denkt zij. "In heel Noordwest-Europa zijn deze verschuivingen straks zichtbaar."