Om de aardappelteelt toekomstbestendig te houden, moet de hele keten samenwerken aan resistentiemanagement tegen phytophthora. Onderzoekers en telers pleiten voor het gebruik van resistente rassen en minder chemie. Lees meer over het PlanetProof-project, de proefvelden en de rol van de sector.
Dit zegt Geert Kessel, onderzoeker gewasgezondheid bij Wageningen Research Open Teelten, in een video van Stichting Milieukeur (SMK). "Alle schakels in de keten – van teler tot retailer – hebben een belangrijke rol. Samen krijgen we phytophthora onder controle en maken we stappen in verduurzaming", voegt Yannick Kraamer, projectmedewerker bij SMK, toe. Als resistentiemanagement wordt gecombineerd met minimale inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen, is volgens Kessel een besparing mogelijk van 50% tot 90% in het middelengebruik.
Als er niets gebeurt, telen akkerbouwers over een aantal jaren geen aardappelen meer. Dat stelt aardappelteler Dingeman Burgers. "Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat we met z'n allen meer kennis opdoen over phytophthora en tegelijkertijd rassen ontwikkelen waarmee we die strijd kunnen winnen."
Beter resistente aardappelrassen
Op het bedrijf van Burgers, ligt een proefveld van On the way to PlanetProof. Het is onderdeel van een onderzoeksproject waarin SMK, Bionext, BO Akkerbouw en Wageningen UR samenwerken om te laten zien dat aardappelrassen met verbeterde resistentie cruciaal zijn in de strijd tegen phytophthora. "Vorig jaar was een hele grote uitdaging om gezonde aardappelen te oogsten, dus vandaar hier die proef", verklaart Burgers.
Naarnaast eerder genoemde partijen zijn ook SPNA AgroeResearch, ERF, Eising Advies, Bioplant, BioScout, Bayer en Provincie Flevoland bij het onderzoeksproject betrokken.