De aardappelsector in Noordwest-Europa staat op een kantelpunt. Jarenlang groeide de sector op basis van schaalgrootte, export en lage kosten. Maar die succesformule kraakt onder druk van stagnerende afzet, concurrentie, klimaat, regelgeving en maatschappelijke verwachtingen. De komende tien jaar draait het niet langer om méér tonnen, maar om betere tonnen. Bovendien moet een gedeelde verantwoordelijkheid in de keten komen, waarbij risico's beter worden verdeeld.
Volgens een toekomstverkenning van BNP Paribas Fortis staat de aardappelsector voor een strategische heroriëntatie. Klimaatverandering, stijgende kosten en strengere milieunormen dwingen telers en verwerkers tot een nieuw evenwicht tussen rendement, duurzaamheid en samenwerking. "De wereld verandert niet door groei op zich, maar door groei met betekenis", zegt hoofd Agri & Food Jan de Keyser bij BNP Paribas Fortis. "Daarin ligt de ware kracht van Noordwest-Europa."
De Keyser wijst erop dat de turbulentie in de aardappelmarkt – versterkt door de publieke discussie over machtsverhoudingen – een dieper probleem blootlegt. Hij wijst daarbij op een Belgische tv-documentaire waarin de boer wordt neergezet als slaaf van de industrie. "De contracten zijn ooit ontworpen voor een stabiele wereld, maar die wereld bestaat niet meer. We moeten toe naar meerjarige contracten met objectieve parameters, waarin risico's gedeeld worden."
De crisis waarin de aardappelmarkt dit voorjaar is gestort, is volgens De Keyser een uitgelezen moment om de koers in de aardappelsector te verleggen. Om verandering aan te zwengelen heeft BNP Paribas Fortis een strategische toekomstverkenning uitgevoerd gericht op de periode 2026 tot 2035.
Drie scenario's
Zoals het een bank betaamt zijn er drie scenario's die worden voorgespiegeld. Het zogenoemde basisscenario gaat uit van een gecontroleerde groei van 3% tot 4% per jaar, met innovatie en discipline als randvoorwaarde. Europa blijft in dit scenario marktleider in de export van frites, maar zal meer concurrentie te duchten krijgen uit andere regio's. Contractprijzen volgen de inflatie en marges blijven stabiel.
Met technologische vooruitgang is echter ook een optimistisch scenario haalbaar waarbij met nieuwe technieken nieuwe rassen worden ontwikkeld en met datagestuurde ketens de kosten met 5% tot 7% worden verlaagd. Door het voortouw te nemen in duurzaamheid kan Europa zijn marges verbeteren, meent De Keyser.
Net zoals dat bij het verstrekken van financieringen gaat, houdt de bank ook rekening met een pessimistisch scenario. De sector blijft steken in overcapaciteit en klimaatstress en door te snelle uitbreiding van de capaciteit komen de marges verder onder druk. Daarmee dreigt een exit voor bedrijven die onvoldoende efficiënt werken.
Als de sector op de huidige voet doorgaat, dreigt een sluipend verlies aan Europese voorsprong. "We kunnen niet eeuwig harder groeien", stelt De Keyser. "Het wordt tijd om slimmer te groeien: beter, duurzamer en met meer respect voor de bodem en de omgeving."
De sector moet daarom de omslag maken van volume naar veerkracht, van groei naar duurzaamheid, en van fabriek naar ecosysteem. "Niet meer, maar betere tonnen", vat De Keyser samen. "Dat is de enige weg naar een toekomstbestendige aardappelsector."
Middellange termijn
De Keyser hoopt met het rapport te bereiken dat boeren los van de actualiteit gaan nadenken over de middellange termijn. Daarnaast hoopt hij dat verwerkers anders gaan kijken naar de contracten. Daarbij gaat het er om dat omgevingsfactoren en randvoorwaarden in een breder perspectief worden bekeken. Als derde noemt hij het politieke beleid dat voldoende aandacht moet hebben voor duurzaamheid en voldoende economisch perspectief.
"De transitie in de aardappelketen is geen bedreiging, maar een kans", benadrukt De Keyser. "Wie vandaag de stap zet naar innovatie, duurzaamheid en partnerschap, wordt de winnaar van morgen. De aardappelsector heeft altijd getoond dat ze vooruit wil; nu is het moment om opnieuw richting te kiezen."