De Belgische aardappelvoorraad is 28% groter dan het vijfjarig gemiddelde. Dat meldt de Belgische aardappelorganisatie Viaverda op basis van een enquête die half november is afgenomen.
Op basis van de enquêteresultaten wordt de Belgische aardappeloogst nu geraamd op 5,29 miljoen ton. Dat is inclusief 332.000 ton vroege rassen. Een groter areaal heeft ertoe geleid dat de vroege rassen 27% meer opbrengst hebben opgeleverd. Bij de late rassen hebben een grotere oppervlakte en een plus van 4,6 ton per hectare bijgedragen aan een productiestijging van 24%.
Het is de tweede keer dat de productie in België boven de 5 miljoen ton uitkomt, merkt Viaverda op. Ook in 2017 was dat het geval. Toen werd 5,11 miljoen ton geoogst. In de afgelopen jaren schommelde de productie van 4 tot 4,4 miljoen ton. Oogst 2024 was net bovengemiddeld met 4,31 miljoen ton.
Uit de enquête blijkt dat de productie van de contractaardappelen inclusief de meeleveraardapelen met 27% is gestegen. Bij vrije aardappelen komt de plus voorlopig op 17%. Viaverda merkt daarbij op dat bij de vrije aardappelen mogelijk sprake is van een overschatting, omdat gerekend is op basis van bruto kilo's. Op dit moment is de tarra door stootblauw, gewichtsverlies, snelle kieming of rot nog moeilijk in te schatten.
De totale voorraad per half november wordt geschat op 4,11 miljoen ton. Ruim een kwart is daarvan nog vrij verhandelbaar, de rest is op contract. De grotere voorraden betreffen vooral vrije en gecontracteerde Fontanes. Van dit ras ligt meer dan 2,6 miljoen ton in de bewaring.
Opvallend veel afgeleverd
Hoewel er nog veel aardappelen in de bewaring liggen, is er dit seizoen ook al opvallend veel afgeleverd. Op basis van de enquête is berekend dat voor half november al 1,18 miljoen ton aardappelen is geleverd. Een jaar geleden werd 1,04 miljoen ton voor half november afgeleverd. Dit jaar zijn er vooral meer vroege aardappelen afgezet, maar zijn er toch ook wel iets meer vrije en contractaardappelen van bedrijven vertrokken.
Een heel klein deel van de aardappelen heeft veevoer als eindbestemming gekregen. Een op de vijf Vlaamse telers heeft volgens de enquête een deel van de oogst als veevoeder afgezet. Toch bleef dit aandeel beperkt tot 0,5%. In Wallonië lag dit percentage nog lager. Het betreft vooral vroege aardappelen waarvoor geen andere afzet is gevonden. De enquête is onder telers gedaan en geeft daarom geen zicht op volumes die door handelaren en verwerkers naar veevoer en vergisting worden gestuurd.