De Vlaamse uienteelt groeit al jaren, maar het voorbije seizoen laat maar eens zien dat de teelt niet zonder risico’s is. Terwijl het areaal opnieuw toenam tot 4.652 hectare, kampte Vlaamse uientelers met een uitzonderlijk hoge ziektedruk en problemen in de bewaring. Dat alles maakt telers voorzichtig op een moment dat de hele akkerbouwsector al onder druk staat door lage prijzen en krimpende contracten. Het is dan ook een hele opgave om op dit moment het bouwplan voor 2026 samen te stellen.
Het Vlaamse uienareaal kwam volgens BoerenBunder dit jaar uit op 4.652 hectare. Dat is 2,7% meer dan vorig jaar, 23% meer dan twee jaar geleden en ruim twee keer zoveel als tien jaar geleden. Jonas Bodyn, onderzoeker akkerbouwmatige groenten bij Viaverda, vertelt in het Belgische Vilt dat Vlaamse uien hun weg vinden naar de versmarkt, de industrie en Nederlandse exporteurs; segmenten die de voorbije jaren allemaal groeiden. De opbrengsten liepen dit seizoen wel sterk uiteen, van amper 25 tot maximaal 50 ton per hectare.
Uien blijven aantrekkelijk
Toch blijkt de fusariumaantasting ernstiger dan aanvankelijk werd gedacht. De schimmel veroorzaakt aanzienlijke problemen in de bewaring, zelfs bij de uien die op percelen zijn verbouwd waar nog nooit eerder uien zijn geteeld. "Uien groeien het best bij een gelijkmatig groeiseizoen. Dit jaar was er eerder sprake van groeistoten en dat verklaart mogelijk de ziektedruk, maar we kunnen dat niet met zekerheid stellen", aldus Bodyn aan Vilt. Voor 2026 verwachten zowel Bodyn als Pieter Van Oost, adviseur plantaardige productie bij de Boerenbond, opnieuw een areaalstijging. Die groei wordt niet alleen gedreven door de markt, maar vooral door de zwakke resultaten in andere teelten. Aardappelen, suikerbieten, industriegewassen en ook granen zijn financieel niet erg aantrekkelijk op dit moment, waardoor akkerbouwers op zoek blijven naar alternatieven.
Vlaamse akkerbouwer worstelt met bouwplan
De problemen in de Vlaamse uienteelt staan niet op zichzelf. De hele Vlaamse akkerbouwsector kampt met lage prijzen door hoge productie in binnen- en buitenland. Veel telers hebben daarom op voorhand al meer wintertarwe en -gerst gezaaid, om zo iets meer zekerheid in te passen in hun bouwplan voor 2026. Tegelijk krijgen suikerbietentelers te maken met krappere contracten. Tiense Suiker liet weten volgend jaar 25% minder bieten te willen contracteren, terwijl ook Iscal haar telers adviseert de productie te temperen.
Volgens Limagrain-agronoom Thomas Truyen verwijst de uitspraak 'de enige ramp is geen ramp' naar de overvloedige productie van bijna alle gewassen. Hoewel graan momenteel weinig oplevert, blijven de risico's beperkt en de afzet zeker, waardoor het aantrekkelijker is dan risicovollere teelten zoals aardappelen of uien. Toch wordt er geen extreme daling in het aardappelareaal verwacht. "De aardappelteelt blijft interessant", zegt Truyen tegen Vilt. "Als het ergens misloopt in Noordwest-Europa, kan de prijs snel keren." Lage pootgoedprijzen kunnen bovendien extra telers aanzetten tot meer vrije aardappelen. Naast graan verwachten experts een sterke toename van korrel- en hakselmaïs, mogelijk tot 5.000 à 10.000 hectare extra. Dubbeldoelmaïs wint terrein door de flexibiliteit richting veevoeder of bio-ethanol. Voor nicheteelten, waaronder eiwitgewassen, groeit de interesse, maar de verwerkende industrie waarschuwt voor te snelle uitbreiding. "Als een niche verdubbelt in areaal, stort de prijs vaak in," aldus Truyen bij Vilt.
Ook het Algemeen Belgisch Vlasverbond merkt meer vraag naar vlasteelt, maar ziet beperkt groeipotentieel door de verwerkingscapaciteit. Daarnaast ziet de Boerenbond ruimte voor koolzaad en toch ook in uien. De samenloop van dalende prijzen in klassieke akkerbouwgewassen, de lichte winstgevendheid van uien (ten opzichte van andere gewassen op dit moment) en de nood aan gewasrotatie leidt tot meer interesse in de uienteelt voor 2026.