Met de huidige oogst (1,4 miljoen ton) moeten we wekelijks 22.000 ton exporteren. Dat is mooi, maar dan moeten we wel voldoende exportbestemmingen hebben. Voor de afzet zijn we afhankelijk van de omstandigheden op die bestemmingen.
Auteur: William Nannes
Als die gebieden een normaal groeiseizoen hebben, staan we al snel buitenspel. Kijk maar naar het afgelopen seizoen: geen Brazilië en geen Oost-Europa. Rusland, daar denken we al niet eens meer aan. Het had desastreuze prijzen tot gevolg.
Concurrentie is moordend
Op zich had de prijs niet zo laag hoeven zijn, maar de moordende concurrentie tussen de exporteurs en de verwerking zorgt voor flinterdunne, dan wel negatieve marges. Met een sorteercapaciteit die tot 35.000 ton per week oploopt, is dat te veel voor de eerder genoemde 22.000 ton. Kijkend naar de exportcijfers van het eerste deel van dit seizoen (week 29 tot en met week 37) zijn er, met 203.000 ton, 10% meer uien geëxporteerd dan in dezelfde periode in 2015.
Dat is heel mooi, maar de bestemmingen laten een zorgwekkender beeld zien. Zo’n 75% gaat naar Afrika en als je dat omrekent is de toename niet 10%, maar 30%! Kort gezegd: 6 Afrikaanse landen landen tonen een toename (+54.600 ton) en 4 niet-Afrikaanse landen laten een daling zien (-9.500 ton).
Tabaski heeft invloed
Wat is de conclusie? De cijfers worden beïnvloed door het offerfeest Tabaski, dat elk jaar wat naar voren schuift. Daarbij staat niet de vraag van de klant centraal, maar de exportbehoefte. Het gevolg daarvan is dat markten overvoerd raken, waardoor zij importquota instellen. Ook kunnen de importeurs ervoor kiezen om even niet te kopen, om zo met betere prijzen weer wat geld te verdienen. Niets is zo belangrijk dan dat onze afnemers geld verdienen!
De slechte prijzen zorgen ook voor prijsdruk in Nederland. Door overcapaciteit zullen we het van uitzonderingen moeten hebben, om zo af en toe nog wat marge te maken. Dat geldt overigens voor iedereen in de keten. Als niemand wat verdient, dan stoppen de bedrijven. Laten we hopen dat dit niet nodig is. Het nieuwe seizoen ziet er rooskleuriger uit; met kansen in Oost-Europa en wellicht ook in Midden- en Zuid-Amerika.
William Nannes is inkoper bij Beemsterboer. Jaarlijks koopt hij zo’n 120.000 ton uien in. Ook verwerft hij andere AGF-producten, zoals aardappelen en peen.
Dit artikel is onlangs verschenen in 'Uienmarkt De Analyse 2017'. Klik hier om het magazine alsnog te ontvangen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.