Elke week kijken we naar een belangrijk land in de uiensector. Deze week: Italië. Doorgaans niet de grootste afnemer van Nederlandse zaaiuien, maar momenteel is er echter meer vraag vanuit Italiaanse importeurs. Wat is hier de oorzaak van, en wat is de trend voor de langere termijn?
De laatste weken is Italië nadrukkelijker aanwezig op de Nederlandse uienmarkt dan in de voorgaande jaren. Italië is normaal gesproken een bestemming waarbij de afzet van Nederlandse zaaiuien minimaal is. Omliggende buurlanden staan hoger in de pikorde bij het toeleveren van uien.
Buurlanden
Een belangrijke exporteur in de regio is bijvoorbeeld Oostenrijk. De laatste jaren is de Oostenrijkse uienteelt erg goed ontwikkeld. Dit doordat zij westerse technieken en leveranciers hebben overgenomen. Dit maakt dat zij steeds beter in staat zijn om goede opbrengsten te behalen met kwalitatief goede uien. Logistiek gezien heeft Oostenrijk een veel betere positie dan Nederland.
Naast Oostenrijk zijn teeltgebieden in Zuid-Frankrijk, Zuid-Duitsland en Spanje in trek bij Italiaanse importeurs. De kleur van de uien uit deze teeltgebieden is over het algemeen blanker dan wij in Nederland gewend zijn. De kleur van de Nederlandse zaaiuien vinden de Italianen over het algemeen te donker, waardoor hun voorkeur uitgaat naar de uien uit buurlanden.
Nederland is voor de Italiaanse markt een gatenvuller. Wanneer exportlanden die in de regio van Italië liggen goede opbrengsten hebben (met een goede kwaliteit), zal Nederland niet snel in aanmerking komen om grote volumes naar het land te exporteren. Doordat de bewaar- en teelttechnieken in Italië en omliggende landen de laatste jaren beter zijn ontwikkeld, wordt de positie van Nederland steeds moeilijker.
Achter in de rij aansluiten
Tot en meet week 9 is er dit seizoen 551 ton uien naar Italië geëxporteerd, bijna een verdubbeling van vorig seizoen in dezelfde periode. Er gaan op dit moment ook meer uien naar Italië dan gebruikelijk. Veel buurlanden hebben problemen gehad met de oogst. Daarnaast beginnen de uien langzaam op te raken of zijn ze op dit moment te duur. Voor de komende periode biedt dit kansen voor Nederland.
(Tekst gaat verder onder de grafiek)De export naar Italië is doorgaans niet zo hoog en laat vooral een dalende trend zien.
Wanneer Italië overgaat op de lokale teelt, dan moet Nederland weer achter in de rij aansluiten en is het wachten totdat er ruimte ontstaat. In Italië begint de oogst een stuk eerder dan in Nederland. In de maanden juni, juli en augustus worden er al uien geoogst.
Tijdens deze zomermaanden importeert Nederland ook uien uit Italië, omdat er dan nog geen zaaiuien beschikbaar zijn. Tot die tijd zullen Nederlandse exporteurs de ruimte krijgen om mee te mogen dingen bij het invullen van de tekorten in Italië. Daarna begint het spel weer opnieuw.Italië heeft 60 miljoen inwoners en is 7 keer zo groot als Nederland ( 301.338 km2).
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
De laatste weken is Italië nadrukkelijker aanwezig op de Nederlandse uienmarkt dan in de voorgaande jaren. Italië is normaal gesproken een bestemming waarbij de afzet van Nederlandse zaaiuien minimaal is. Omliggende buurlanden staan hoger in de pikorde bij het toeleveren van uien.
Buurlanden
Een belangrijke exporteur in de regio is bijvoorbeeld Oostenrijk. De laatste jaren is de Oostenrijkse uienteelt erg goed ontwikkeld. Dit doordat zij westerse technieken en leveranciers hebben overgenomen. Dit maakt dat zij steeds beter in staat zijn om goede opbrengsten te behalen met kwalitatief goede uien. Logistiek gezien heeft Oostenrijk een veel betere positie dan Nederland.
Naast Oostenrijk zijn teeltgebieden in Zuid-Frankrijk, Zuid-Duitsland en Spanje in trek bij Italiaanse importeurs. De kleur van de uien uit deze teeltgebieden is over het algemeen blanker dan wij in Nederland gewend zijn. De kleur van de Nederlandse zaaiuien vinden de Italianen over het algemeen te donker, waardoor hun voorkeur uitgaat naar de uien uit buurlanden.
Nederland is voor de Italiaanse markt een gatenvuller. Wanneer exportlanden die in de regio van Italië liggen goede opbrengsten hebben (met een goede kwaliteit), zal Nederland niet snel in aanmerking komen om grote volumes naar het land te exporteren. Doordat de bewaar- en teelttechnieken in Italië en omliggende landen de laatste jaren beter zijn ontwikkeld, wordt de positie van Nederland steeds moeilijker.
Achter in de rij aansluiten
Tot en meet week 9 is er dit seizoen 551 ton uien naar Italië geëxporteerd, bijna een verdubbeling van vorig seizoen in dezelfde periode. Er gaan op dit moment ook meer uien naar Italië dan gebruikelijk. Veel buurlanden hebben problemen gehad met de oogst. Daarnaast beginnen de uien langzaam op te raken of zijn ze op dit moment te duur. Voor de komende periode biedt dit kansen voor Nederland.
(Tekst gaat verder onder de grafiek)De export naar Italië is doorgaans niet zo hoog en laat vooral een dalende trend zien.
Wanneer Italië overgaat op de lokale teelt, dan moet Nederland weer achter in de rij aansluiten en is het wachten totdat er ruimte ontstaat. In Italië begint de oogst een stuk eerder dan in Nederland. In de maanden juni, juli en augustus worden er al uien geoogst.
Tijdens deze zomermaanden importeert Nederland ook uien uit Italië, omdat er dan nog geen zaaiuien beschikbaar zijn. Tot die tijd zullen Nederlandse exporteurs de ruimte krijgen om mee te mogen dingen bij het invullen van de tekorten in Italië. Daarna begint het spel weer opnieuw.Italië heeft 60 miljoen inwoners en is 7 keer zo groot als Nederland ( 301.338 km2).