Een ongekend tempo wordt door uienexporterend Nederland dit seizoen er op na gehouden. De voorsprong van Senegal op het afgelopen seizoen is niet bijster groot, waardoor andere afnemers hebben moeten bijgedragen aan het exportresultaat. Welke zijn dat?
Dat de uienexport zich dit seizoen zo bijzonder ontwikkelt, was een niet te voorziene verrassing. De ui zorgt voor een positieve noot in de afzet van akkerbouwgewassen die over het algemeen somber is gestemd. In week 44 is op basis van voorlopige informatie 37.666 ton uien geëxporteerd. Naast Afrika roert ook Azië zich in de top 5 van grootste afnemers.
De aanvoerder in week 44 is Senegal met 5.114 ton. De Senegalezen tillen daarmee het importtotaal aan Nederlandse uien naar 91.415 ton, slechts 3.095 ton meer dan vorig jaar. Ivoorkust, de nummer 2 op de ranglijst, heeft veel meer kooplust dan vorig jaar. Naar Ivoorkust is tot dusver 73.884 ton uien verscheept, ruim 12.300 ton dan in dezelfde periode in 2019. Ivoorkust was in week 44 goed voor de afname van 4.978 ton.
Exportkar naar het verre oosten
In het verre oosten zijn het de Filippijnen en Bangladesh die de exportkar trekken, met respectievelijk 3.022 ton en 2.639 ton. De voorsprong van de Filippijnen is inmiddels opgelopen naar 14.986 ton (+400%), terwijl Bangladesh de laatste jaren geen Nederlandse uien heeft afgenomen.
Inmiddels staat de exportteller op 490.387 ton tegen 463.441 ton het afgelopen seizoen, een voorsprong van 26.946 ton. De gemiddelde weekexport komt met de informatie van week 44 uit op 27.243 ton.