Shutterstock

Inside Uien

Prijs dure container op bordje van uiensector

16 Augustus 2021 - Niels van der Boom - 9 reacties

De Nederlandse uiensector moet dit jaar op volle kracht draaien om een enorm volume uien te exporteren. Dit seizoen vormen hoge transportkosten een extra uitdaging. Een lage productprijs compenseert dit deels. Daardoor hoest de uiensector uiteindelijk zelf een deel van deze logistieke kosten op.

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Dankzij een fors toegenomen areaal en goede opbrengstprognose heeft de Nederlandse uiensector dit seizoen veel product te exporteren. Het orderboek kent zo'n 140 verschillende exportlanden, die allemaal in meer of mindere mate product af moeten nemen om het seizoen volgende zomer leeg te eindigen.

1,65 miljoen ton zaaiuien
In Nederland worden dit jaar 30.000 hectare zaaiuien verbouwd, volgens cijfers van Boer&Bunder.nl. Die zijn gebaseerd op de opgaves die telers hebben gedaan tijdens de Gecombineerde Opgave. Dit areaal is een absoluut record en een stijging van 10% met vorig jaar (27.307 hectare).

De 5-jarige gemiddelde bruto opbrengst van zaaiuien bedraagt 52,85 ton per hectare. Insiders zijn het erover eens dat het gemiddeld oogstniveau dit seizoen hoger komt te liggen, vooral bruto. De Gewastour Uien komt in week 32 al met een gemiddelde van 49,4 ton per hectare. Rekenen we daarom met 55 ton per hectare, dan betekent dit een bruto volume van 1,65 miljoen ton. Dat is een hoeveelheid die de sector niet eerder heeft hoeven wegwerken.

Naast de zaaiuien is er ook een significant aandeel tweedejaars plantuien. Het areaal daalde weliswaar dit seizoen tot 6.243 hectare, maar ook hier liggen de opbrengsten op een relatief hoog niveau. Rekenen we met 45 ton per hectare - over alle hectares - dan betekent dit bijna 281.000 ton plantuien.

Te vroeg voor prognoses
De sorteer- en exportcapaciteit is de laatste jaren in Nederland toegenomen. Maar, uiteindelijk moeten de afnemers het doen. Of we dit seizoen op een meer of grotere afnemers mogen rekenen durft Gijsbrecht Gunter, voorzitter Holland Onion Association, nog niet te zeggen. "Daar is het simpelweg nog te vroeg voor."

In oktober/november hoopt Gunter een beeld te hebben van de Europese oogst waarmee de exportkansen beter ingeschat kunnen worden. "Het kan best dat er 1 land uitspringt maar, meestal gaat het dan om enkele containers. Dat is voor de betreffende exporteur goed nieuws maar voor de gehele sector een druppel op de gloeiende plaat."

Er zijn 2 uitdagingen die dit seizoen de sector te wachten staat. Om te beginnen is dat de kwaliteit. "Door het overwegend natte groeiseizoen zijn beduidend meer kwaliteitsproblemen te bespeuren", weet Gunter. "De schimmeldruk is erg hoog en dat geldt ook voor de bacteriedruk. Het is opletten geblazen met bacterie- en koprot. In de zaaiuien speelt valse meeldauw mee. Die ziekte is bovendien lastig aan te pakken met het uitgedunde middelenpakket. In de plantuien zien we deze kwaliteitsproblemen soms in extreme situaties terugkomen."

Dure containers
De andere uitdaging is het exporteren van de ui. Het vervoer per container of op pallets is fiks duurder geworden. Een reefer (koelcontainer) is in een jaar tijd tussen de 25% en 40% duurder geworden. Er komen vooral minder containers van Azië naar Nederland, weet Gunter. "Dit is nadelig, omdat we hier lege containers nodig hebben om met uien te vullen."

De Baltic Dry Index - de internationale standaard voor het prijsniveau van droge bulkgoederen - bevindt zich op zijn hoogste niveau in 11 jaar tijd. Dit is deels te wijten aan het sluiten van China's belangrijkste haven na een coronavirusuitbraak.

Uien worden ook nog steeds vervoerd op pallets die in het scheepsruim gaan. "De laatste 10 jaar is het aandeel reefers fiks gegroeid. Misschien wel met 60% tot 70%", gokt Gunter. "Afrika neemt nog relatief veel uien af die niet in koelcontainers zitten maar, de meeste andere bestemmingen zijn geswitcht. Voor de productkwaliteit is zo'n container uiteraard veel beter."

Uit eigen zak
In tegenstelling tot bijvoorbeeld granen kent de ui geen FOB (free on board) prijs. "De exporteur of exporteurs organiseren zelf het transport en presenteren de afnemer een prijs voor het productie + transport", weet Gunter. "Indirect compenseert de sector zo de gestegen prijzen uit eigen zak. Voor de export is het daarom gunstig dat de productprijs zich op zo'n laag niveau bevind. Dit maakt de Nederlandse ui toch zeer concurrerend op de wereldmarkt. Naast de baal- en transportprijs zijn ook nog importheffingen in acht te nemen. Die lopen op tot soms wel 70%. Linksom of rechtsom moeten al deze kosten worden betaald."

Ziektedruk - Valse meeldauw
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden