De relatief grote sorteercapaciteit is in de eerste helft van het seizoen hard nodig. Nu het een stuk rustiger is, werkt die capaciteit in het nadeel van de Nederlandse sector. Sorteerders onderling zijn nu elkaars grootste concurrenten.
De telersprijs voor goede grove uien is redelijke stabiel, al is er niet veel handel. Goedkoper is wel te krijgen, maar dan zijn het vaak uien met een verhaaltje. Omdat het rustiger is in de export wagen sommige sorteerders het erop en pakken zo een cel mee en nemen het meerwerk op de koop toe. Een matige partij met bijvoorbeeld kiem of fusarium opwerken tot topkwaliteit in de zak is echter lastig. Voor dergelijke uien moet je als sorteerder dan wel de klanten hebben. Lang niet alle sorteerders kunnen met die iets mindere uien uit de voeten. Klanten die gewend zijn goede uien geleverd te krijgen, nemen het niet als er bijvoorbeeld een zachte ui doorheen glipt in het zakje.
Spanning
De verschillen in kwaliteit zorgen voor spanning tussen sorteerders en exporteurs onderling. 'Er wordt onder de prijs gedoken met uien van mindere kwaliteit', is een opmerking die vaak voorbij kwam deze week. Voor de totale vraag naar Nederlandse heeft het weinig effect om te zakken met de baalprijs. En toch gebeurt het. Liever door iets lager in te zetten een order binnen halen dan een potentiële klant naar de concurrent laten gaan. In die zin zijn de sorteerders onderling misschien wel elkaars grootste concurrenten en zijn de (buitenlandse) klanten de lachende derde.
De baalprijs doet deze week een stapje terug. De drielingen blijven stabiel, maar alles daarboven is met €1 gedaald. Er zitten wel wat uitschieters naar boven tussen, maar dat betreft kleine hoeveelheden.
Lees hier de toelichting van DCA Market Intelligence op de nieuwe noteringen.