Deze week domineerde slechts twee landen de olieprijs. Op het moment zorgt optimisme over de Chinese economie voor opwaartse druk op de olieprijs. Tegelijkertijd duwt recessieangst in de Verenigde Staten de olieprijs naar beneden.
Op vrijdag 20 januari was de prijs van Brent-olie $87,63 per vat. Op maandag 23 januari stond de olieprijs op het hoogste punt van de week. Die dag sloot de Europese olieprijs op $88,19. Daarna daalde de olieprijs. Op woensdag 25 januari stond de olieprijs met $86,12 op het laatste punt van de week. Gisteren (donderdag 26 januari) maakte de olieprijs weer een flinke sprong naar $87,10.
De daling van de olieprijs begin deze week vond hoofdzakelijk op één dag plaats. Op dinsdag 24 januari verloor Brent-olie $2,06 in waarde. De belangrijkste reden voor deze daling is de recessieangst in de Verenigde Staten. Voor de zevende maand op rij kromp de waarde van de productie van de Amerikaanse industrie en dienstensector.
Daar komt bovenop dat de inflatie in de Verenigde Staten voorlopig nog niet ten einde komt. Uit een enquête van kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P). Uit de enquête blijkt dat er nog altijd grote prijsdruk bestaat over de hele linie van de economie. Voor het eerst sinds mei neemt S&P zelfs een stijging van de inflatie waar. De Amerikaanse centrale bank blijft voorlopig genoodzaakt om de rente te verhogen, zo voorspelt S&P. Daardoor blijft de kans op een recessie in de Verenigde Staten groot.
Dat de olieprijs gisteren weer een flinke stap omhoog zette, was het resultaat van optimisme over de Chinese economie. Door het strenge covidbeleid bleef het olieverbruik in 's wereld grootste economie achter. Nu de Chinese economie weer op gang komt, stijgt het olieverbruik. Als gevolg hiervan stijgt de internationale olievraag substantieel.
Zeker als de pandemie uitdooft zal de economie nog flink groeien. De meest recente coronacijfers van de Chinese overheid wijzen erop dat de huidige covidgolf wel eens snel kan eindigen. Volgens de Chinese overheid begint de bevolking resistentie op te bouwen. Naar schatting van het Chinese ministerie van Volksgezondheid is 80% van de bevolking inmiddels met het virus in aanraking gekomen.
De besmettingscijfers ondersteunen deze constatering. Maandag 25 januari meldde de Chinese overheid dat het aantal besmettingen sinds de piek met 72% afnam. Het sterftecijfer in Chinese ziekenhuizen daalt nog harder. Op het moment overlijden 79% minder Chinezen op de IC's.
Beperkte groei Amerikaanse olievoorraden
Daarnaast zorgde een kleinere groei van de Amerikaanse oliereserves voor een hogere olieprijs. Het Amerikaanse informatiebureau voor energie (EIA) voorspelde dat de ruwe olievoorraad vorige week met 1 miljoen vaten zou stijgen. In de praktijk viel de stijging een stuk lager uit. De olievoorraad nam met slechts 533.000 vaten toe.
Toch zal de vulgraad van de Amerikaanse olievoorraden de olieprijs voorlopig nog wel even drukken. De laatste weken viel de opbouw van de Amerikaanse voorraden constant hoger uit dan verwacht. Daardoor hebben Amerikaanse bedrijven op het moment zeer grote hoeveelheden ruwe olie in voorraad. Sinds juni 2021 waren de Amerikaanse olievoorraden niet meer zo vol.
De dieselprijs volgt globaal de olieprijs, maar komt lager uit. Op maandag 20 januari was de dieselprijs €138,11 per 100 liter. Daarna steeg de dieselprijs tot dinsdag 24 januari tot €140,40. Sinds woensdag daalde de dieselprijs. Gisteren kwam de dieselprijs op het laagste punt van de week uit, bij een stand van €137,72.