De koersen op de oliemarkt waren deze week het best te vergelijken met een achtbaan. In het begin van de week zorgde de oorlog in Israël voor een stijging van 4,4%. Het sentiment sloeg echter snel om. Door een sterke daling van de vraag uit de Verenigde Staten stond de olieprijs woensdag 11 oktober weer 2,6% lager. Hoe zit dat?
Op donderdag 5 oktober stond de olieprijs op het laagste punt sinds 28 augustus. Op die dag noteerde de zogeheten Brent benchmark $84,07 per vat. Op maandag 9 oktober stond de olieprijs het hoogste punt van de week, bij een stand van $88,15. Op woensdag 11 oktober was de prijs weer gedaald tot $85,82.
De stevige schommelingen op de oliemarkt volgen op de oorlog in Israël. Dit heeft weinig met de productie in de Joodse staat van doen. Zelfs produceert Israël nog geen 300.000 vaten olie per dag. De onrust richt zich op betrokkenheid en nevenschade aan de infrastructuur van omringende landen. De voornaamste angst in de markt is dat Iran betrokken raakt bij het conflict, aangezien dat land militaire steun verleent aan Hamas en Hezbollah. Dit kan het aanbod stevig raken, aangezien Iran verantwoordelijk is voor 3% van de wereldwijde olieproductie.
Op het moment ontkent Iran betrokkenheid bij de aanval van dit weekend. De Amerikaanse president Joe Biden lijkt te bevestigen dat er geen bewijs is van directe betrokkenheid. Toch is de inmenging van het land op lange termijn niet ondenkbaar, nu Israël op een langdurige oorlog af lijkt te stevenen. Israël heeft inmiddels 300.000 reservisten opgeroepen en de huidige luchtaanvallen lijken inleidende beschietingen om de Gazastrook met grondtroepen in te trekken. De vraag is of Iran dit gaat accepteren.
Bovendien heerst de angst dat het conflict zich verder over de regio verspreidt. De voortvarende toenaderingspoging tussen Saudi-Arabië en Israël lijken flink beschadigd. De Saudische minister Faisal bin Farhan al-Saoed heeft de aanval niet veroordeeld. Hij benadrukte dat de oorlog het logische gevolg was van Israëls illegale bezetting. Nu de normalisering van de betrekkingen van de twee landen op de tocht staat, lijken de verhoudingen in het gehele Midden-Oosten onder druk te staan. Tegen de achtergrond van deze instabiliteit verwachten analisten dat de olieprijs substantieel gaat stijgen. Rond dinsdag 10 oktober werd gesproken over een ondergrens van rond de $100 per vat.
Verenigde Staten helpt prijs omlaag
Of het zo'n vaart loopt, valt te betwijfelen. Omdat de stijging zich op zulke hypothetische gronden rust, bleek de toename van de olieprijs broos. Lagere vraag uit de Verenigde Staten was genoeg reden om de prijs van een vat olie met zo'n $2,50 te verlagen. Daar moet worden gezegd dat het om een enorm verschil tussen de verwachtingen van de markt en de praktijk gaat. Uit data van het Amerikaanse Petrolium instituut (API) blijkt dat de olievoorraden met 12,94 miljoen vaten zijn toegenomen deze week. De verwachting van de markt was een daling van 1,3 miljoen vaten. Een daling kwam niet helemaal onverwachts, aangezien de capaciteit van raffinaderijen door onderhoud aan de lage kant is. Dat neemt de zorg echter niet weg, want de benzinevoorraden namen ook met 3,6 miljoen vaten toe terwijl de markt een daling van 800.000 vaten voor ogen had.
De dieselprijs reageert deze week licht op de gebeurtenissen in Gaza. In het weekend stond de dieselprijs op het laagste punt van de week. Op zaterdag 7 en zondag 8 oktober diesel voor €135,91 per 100 liter verhandeld. Daarna steeg de prijs consistent tot €139,84 op woensdag 11 oktober.