Ondanks het ruime aanbod van met name rundveedrijfmest blijft de DCA-mestnotering de laatste tijd stabiel. Of de prijzen op korte termijn nog verder zullen stijgen is onzeker, zeker nu de niveaus historisch hoog zijn. Beslissingen over beleid, van het nieuwe 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn tot de formatie van het kabinet, kunnen de markt de komende maanden echter flink beïnvloeden.
Na een periode van toch wel forse prijsstijgingen lijkt de mestmarkt de laatste tijd even tot rust te zijn gekomen. De DCA-ophaalbijdrage voor vleesvarkensdrijfmest in Zuid-Nederland komt deze week op €33 per ton. In Midden-Nederland is dit €36,33. De ophaalbijdragen voor rundveedrijfmest komen deze week voor Zuid-Nederland uit op €30, in Midden-Nederland is dit €35,50. De ophaalbijdragen voor rundveedrijfmest in de regio Leeuwarden komt deze week uit op €37.
{{dataviewSnapshot(59_1763036106)}}
Lagere melk- en varkensprijzen
De mestmarkt is inmiddels al enkele weken min of meer onveranderd. Tegelijkertijd speelt de vraag in hoeverre er nog ruimte is voor verdere prijsstijging, zoals dat historisch gezien gebruikelijk is in deze maanden van het jaar. De melkprijs staat immers behoorlijk flink onder druk, waardoor veel intermediairs merken dat veehouders terughoudender zijn geworden in hun uitgaven en de bereidheid om hogere afzetkosten te betalen. Ook de varkensprijzen bewegen omlaag.
Niettemin blijven de mestprijzen historisch hoog, al verschilt de stemming sterk per regio. Voor transporteurs maakt de afstand tot de afzet veel uit, waardoor veehouders in regio's met minder lagere overschotten, zoals Zuid-Nederland, hun mest goedkoper kwijt kunnen dan anderen. Tegelijkertijd geven intermediairs aan dat veel veehouders momenteel al tevreden zijn dat hun mest überhaupt wordt afgezet, in plaats van dat ze zich druk maken om de laatste euro. Dat is een heel ander beeld dan toen de prijzen in het verleden nog lager waren.
Akkerbouwers geïnteresseerd
Akkerbouwers met opslagruimte begeven zich ook vaker op de markt, zo wordt door diverse partijen gemeld. Ook voor de akkerbouwsector zijn de ontwikkelingen op dit mestmarkt dit moment zeer interessant aangezien de prijzen van vele akkerbouwgewassen onder druk staan. Geluiden doen de ronde dat op dit moment zeker wel prijzen van €20 tot €25 euro worden betaald, zowel in Zuid- als Noord-Nederland. Bij een opslagcapaciteit van enkele honderden kuubs gaat het al snel om veel geld.
Actieprogramma nitraatrichtlijn
Al met al leeft de gedachte dat de mestmarkt onderhand zijn piek voor dit jaar wel heeft bereikt. Met een schuin oog wordt er op dit moment al naar het nieuwe jaar gekeken, waarvan bekend is dat de afbouw van derogatie verder zal gaan. Ook gaat vanaf 1 januari 2026 het 8e actieprogramma nitraatrichtlijn van start. Waar het 7e programma vooral generieke maatregelen hanteerde, legt het 8e programma meer nadruk op doelsturing en maatwerk. Bedrijven en regio's krijgen opgaven die zijn afgestemd op grondsoort, waterkwaliteit en lokale omstandigheden. Vooral zand‑ en lössgronden krijgen strengere eisen, zoals verplichte vanggewassen, verplichte gewasrotaties en aangescherpte gebruiksnormen.
Daarnaast koppelt het 8e programma explicieter aan andere milieudoelen, zoals oppervlaktewaterkwaliteit en fosfaatbeheer, en richt het zich op het oplossen van restopgaven die het 7e programma nog niet volledig kon realiseren.
Ook politiek gezien staat er de komende tijd veel te gebeuren met de formatie op komst. Voor de landbouwsector staat er veel op het spel, omdat deze keuze bepalend zal zijn voor hoe het nieuwe kabinet met de stikstofproblematiek omgaat.