"Nederland is vol", wordt weleens gezegd. Dat is echter maar net hoe je naar ons land kijkt; met de ogen van de makelaar op de particuliere markt of met de ogen van de makelaar in agrarisch vastgoed.
Ik constateer iets opmerkelijks. Op dit moment staat er circa 11 miljoen vierkante meter agrarisch vastgoed leeg. Naar verwachting komt daar in de komende jaren nog eens 40 miljoen vierkante meter bij. Dat is een gebied van 5 bij 8 kilometer, zo'n beetje de helft van de stad Utrecht.
Je zou zeggen dat met de druk op de woningmarkt, in met name de grote steden, er altijd wel kopers zijn die de stad willen verruilen voor een idyllisch stukje land. Die zijn er ook zeker, maar vaak komen zij er al snel achter dat de werkelijkheid minder idyllisch is.
Varkenscyclus
Om te beginnen staan op veel agrarische grondgebieden opstallen, waar een particuliere koper moeilijk iets mee kan of wil. Slopen lijkt dan de enige optie. Maar wie gaat dat betalen? Moeten we meteen naar de overheid kijken, die met een passende subsidie zou moeten bijspringen? Dat lijkt mij niet de juiste weg; het opruimen van onverkoopbaar vastgoed is geen overheidstaak.
De eerste stap zou, als het aan mij ligt, anders moeten zijn: kijken naar de waardering van dergelijk onrendabel onroerend goed. Ik begrijp dat dit geen leuke boodschap is voor de verkopende partij, maar het is helaas wel de wet van de marktwerking. Of, om in toepasselijke termen te spreken: we zien hier de varkenscyclus volop in werking.
Eigen initiatief
Over die overheid gesproken: er wordt gezegd dat de overheid in deze materie te langzaam acteert. Dat is ook zo, maar het is wel te verklaren. Immers, de overheid moet veel (soms tegengestelde) belangen dienen en dat vraagt om een zorgvuldige afweging. Dat is vervelend en die overheid zou sneller kunnen handelen, maar het is nog maar de vraag of de boeren daar op tijd mee geholpen zijn.
Ik zou het willen omdraaien. Wellicht moeten agrariërs beter anticiperen op de traagheid van de overheid. Als je weet dat je op termijn moet gaan stoppen en als je weet dat de bestemming voor meer kansrijke verkoop omgezet moet worden naar wonen, stap dan zelf (met een adviseur) naar de gemeente. Ga eerder dat gesprek aan.
Ik heb nu zelf zo’n concreet geval, van een melkveehouder die gaat stoppen. We hebben een particuliere koper in beeld, die alleen het land wil. En: die koper heeft van de bank de toezegging nodig dat de bestemming omgezet wordt naar wonen. We zijn nu actief aan het werk om de gemeente tot die bestemmingswijziging te bewegen. Zelfs dan kan het zomaar maanden duren voor we verder kunnen.
Mijn advies aan al die agrariërs die overwegen te stoppen, zou dan ook zijn: neem voor lief dat anderen niet zo snel acteren als jij zou willen. Neem het voortouw en laat zien dat je niet voor niets ondernemer bent: kom in actie. En denk niet bij de verkoop van je vastgoed: "Het komt vast goed."
Harry Kaspers
Bestuurslid sectie Agrarisch Vastgoed