Bij meeldauwdruk spuit je zaaiuien niet snel te vroeg

In gebieden met een hoge ziektedruk hielden alleen telers die zeer vroeg begonnen met spuiten (al in het 2-3 blad stadium) hun zaaiuien vanaf het begin schoon. Steven Dorrestijn hoopt op een snelle doorbraak van beslissing ondersteunende systemen bij de bestrijding van valse meeldauw. En hij kondigt de komst van een nieuw fungicide aan.

"Er waren flinke verschillen tussen Noord en Zuid", begint Steven Dorrestijn zijn terugblik op het valse meeldauw seizoen. "Het Noorden, grofweg boven de lijn Haarlem-Nijmegen, kreeg eind mei, begin juni meer neerslag en dat resulteerde vaker in een gunstig microklimaat voor valse meeldauw. En een maand later zagen we de eerste dauwnachten. In beide periodes zijn toen zaaiuien geïnfecteerd door valse meeldauw. Maar dat gebeurde voornamelijk in gebieden met ziektedruk vanuit tweedejaars plantuien. In die regio's hielden alleen de telers die al heel vroeg begonnen met spuiten, ongeveer in het 2-3 blad stadium, de zaaiuien vanaf het begin schoon. Anderen hadden het lastiger. Maar de beide hittegolven brachten redding. En met de kennis van nu weten we dat de valse meeldauw in de zaaiuien uiteindelijk overal controleerbaar is gebleven. Maar het laat wel zien dat je bij meeldauwdruk niet snel te vroeg spuit."

Doorbraak BOS-en
Dat uientelers hun uien dit jaar schoon konden houden is volgens de gewasbescherming adviseur van Syngenta geen garantie voor de toekomst. In een gemiddeld seizoen moet je de zaaiuien ongeveer 80 dagen beschermen tegen schimmels. Als je kijkt wat wettelijk mag, kom je met 8 bespuitingen met echte meeldauwmiddelen uit op 56 dagen. Kijk je alleen naar de FRAC-richtlijnen om resistentie te voorkomen, dan hou je 5 bespuitingen over, genoeg voor 35 dagen. Maar in beide gevallen heb je dus te weinig."

Aan de verkoopcijfers kan Dorrestijn zien dat 'zijn' Orondis Plus Amistar dit seizoen maximaal is ingezet. "Dat is natuurlijk mooi", vervolgt hij, "En we zijn blij dat de praktijk de kracht van ons middel onderkent, maar je wilt het liefst dat de teler een beetje meer speling heeft bij de aanpak van de valse meeldauw."

Om die reden hoopt Dorrestijn op een snelle doorbraak van de beslissingsondersteunende systemen (BOS-en) waar momenteel door een aantal partijen aan wordt gewerkt. "Als je meer kennis hebt over de infectiekansen op je perceel, kun je de bespuitingen gerichter inzetten Bij gunstige weersomstandigheden kun je dan langere spuitintervallen bereiken zonder extra risico. Maar als je die kennis niet hebt, zal de gemiddelde teler vasthouden aan z'n wekelijkse schema."