Akkerbouwers in Australië kijken reikhalzend uit naar de graanoogst die in november van start gaat. De tarwe-opbrengsten worden er maar liefst 70% hoger ingeschat dan een jaar eerder. Daarmee is eindelijk hoop op verbetering na een droogtetrilogie. Echter, volledige zekerheid is er zeker nog niet.
De laatste schatting van het Australische statistiekbureau Abares komt op 26,67 miljoen ton tarwe voor oogst 2020-2021. Een jaar eerder was dat 15,16 miljoen ton, waardoor de opbrengst met 75% omhoog gaat. Ten opzichte van het 4-jarig gemiddelde ligt die opbrengst een kwart hoger.
Niet overal regen
Inmiddels is voorzichtigheid alweer geboden. Na het zaaien viel op bijna alle plaatsen regen, wat voor de huidige opbrengstverwachting zorgt. In juni bleek het lokaal echter droog, waardoor sommige analisten alweer twijfelen aan de huidige cijfers. Met nog 4 tot 5 groeimaanden te gaan is een bui vereist.
De procentuele stijging voor wat betreft de Australische export is zo mogelijk nog groter. Het land kan 17,5 miljoen ton tarwe uitvoeren, wat een stijging van 90% met vorig seizoen is. Een stijging van 90% is de op 1 na grootste in een kwart eeuw en de op 4 na grootste stijging in 50 jaar. Het is een steun in de rug die de akkerbouwsector en granenmarkt in het land hard nodig heeft. Veel bedrijven hebben hun opbrengsten al 6 of 7 jaar op rij zien dalen. Omdat de vleesprijzen in het land op een positief niveau staan is er meer binnenlandse vraag, waardoor akkerbouwers mogelijk terughoudend zijn met verkopen voor de export.
Corona hindert export
Ook voor exporteurs en handelaren ligt er een uitdaging. De laatste 3 jaar was het volume tarwe steeds kleiner. Nu moet voldoende opslagcapaciteit beschikbaar worden gemaakt om de verwachte oogst te kunnen bergen en uitvoeren. Daarbij komt dat maatregelen ten aanzien van het coronavirus het bedrijven ook moeilijk maakt om de logistiek vlot te laten verlopen. Een deel van het graan wordt middels containers geëxporteerd. De vrees van exporteurs is dat niet voldoende containers beschikbaar zijn, of voor ongunstige tarieven.
Russische oogst verbetert
Vanuit Rusland komen ook positieve signalen naar buiten ten aanzien van de tarweopbrengsten. Die startte dit seizoen slecht, door een zeer droge herfst en winter. Lang werd gesoebat over het effect van de regen dit aan het einde van dit voorjaar viel. De verschillen per regio zijn daarom groot. In Midden-Rusland wordt een recordopbrengst verwachting, maar in de Oeral en Siberië juist de kleinste in 6 tot 8 jaar tijd. Analisten schatten de tarweoogst in op 77,5 tot 79,7 miljoen ton. Marktbureau IKAR heeft zijn schatting recent verhoogd van 78 naar 79,5 miljoen ton. De verschillen tussen de analisten worden wel kleiner. De grote onzekere factor is nu de opbrengst van zomertarwe. Deze hebben veel geleden van het droge voorjaar, wat de reden is waarom de opbrengst in Oost-Rusland tegenvalt. Een nieuw regenfront brengt hier geen verlichting meer.
3 weken op rij zijn de tarweprijzen in Rusland gestegen. Een combinatie van factoren zorgt er nu voor dat het plafond is bereikt, zo geven de analistenbureaus aan. Meer tarwe van de nieuwe oogst wordt door akkerbouwers aangeboden. Een ongunstige koers van de roebel versus de dollar helpt de exportpositie van Rusland ook niet mee. In Oekraïne blijven de prijzen voor nu stabiel. Dit land kent een slechtere oogst, met flink minder tarwe dan een jaar eerder.