Na het record eerder deze week noteert tarwe op de termijnmarkt Matif weer iets lager. Er is sprake van een realiteitscheck in de markt nadat de koers in rap tempo met €9,75 was toegenomen. Zit een nieuwe stijging er nog wel in of heeft de markt zijn plafond bereikt?
Dinsdag 2 november sloot het decembercontract voor baktarwe op de Matif in Parijs op €292,75 per ton. Deze slotkoers is gelijk aan het oude record stammend uit maart 2008. Gedurende de dag bereikte de tarweprijs kortstondig een prijsniveau van €297 per ton. Goede exportcijfers en nieuwe verkopen aan Saoedi-Arabië waren hier directe aanleiding voor. Sindsdien is de tarweprijs weer met €4 gedaald. Vrijdagmiddag noteert het decembercontract met €288,75 enkele euro's lager. Het september 2022 contract houdt nog net vast aan het niveau van €250 per ton.
Technische correctie
De markt raakte door de snelle stijging 'technisch overgekocht' zoals dat heet. Analisten verwachten dan ook een correctie van het prijsniveau waardoor het decembercontract meer in lijn komt met de rest van de markt. Altijd wanneer de markt zo explosief stijgt, ontstaat er hoogtevrees en angst op de beurs. Op korte termijn worden daarom contracten verkocht. Voor de langere termijn blijft het aantal net long-posities groot. Beursparticipanten zijn dus van mening dat de prijs niet op de lange termijn afneemt.
Wat meespeelt bij tarwe zijn de op handen zijn de oogst in Argentinië en Australië. Beide landen verwachten een goede opbrengst, vooral Australië. De tarweoogst is hier voorzichtig gestart, maar regen zorgt momenteel voor vertraging. Deze landen zijn samen goed voor een vijfde van de totale wereldwijde tarwe-export.
De Amerikaanse termijnmarkt voor tarwe laat een scherpe correctie zien van $8,64 per ton. De beurs reageert op de Europese marktbeweging. Desondanks blijft de Amerikaanse wintertarwe er benedengemiddeld voor staan door aanhoudende droogte. Minder dan de helft van alle tarwe is goed tot excellent en een vijfde staat er slecht tot zeer slecht voor. Ook in Rusland en Oekraïne blijft het droog.
Wasde-rapport
Dinsdag 9 november publiceert het USDA weer haar maandelijkse Wasde-rapport. Die moet verdere richting geven aan de markt voor soja en korrelmaïs, op basis van de opbrengstverwachtingen van het Amerikaanse landbouwministerie. Analisten en handelaren verwachten dat de opbrengsten licht naar boven worden bijgesteld.
Analisten trekken ondertussen parallellen met het seizoen 2012-2013. Ook toen steeg de tarweprijs explosief. De redenen daarvoor waren droogte in de VS, een exportverbod van Oekraïne en veel vraag wereldwijd. Uiteindelijk viel voldoende neerslag en werd in 2013 een goede wereldwijde graanoogst behaald. De tarweprijs daalde fors in prijs. Helemaal vergelijkbaar is dat seizoen niet met 2021-2022. Zo hebben we te maken met disruptie van de wereldmarkt door corona. Daarnaast is er de agrarische inflatie en dan met name van de kunstmestprijs. Die moet voor boeren in de granenmarkt worden goedgemaakt.
Prijsdaling
Duidelijk is dat er nog veel kan gebeuren tot de combines weer in het land rijden op het noordelijk halfrond. Vooral het weer is van invloed. In Zuid-Amerika zijn de omstandigheden gunstig voor het zaaien en de gewasontwikkelingen. De VS, Zwarte Zee-regio en EU gaan weldra de winter in. Dan is het afwachten hoe de graangewassen hieruit komen volgend voorjaar. Duidelijk is al wel dat het areaal niet noemenswaardig verandert. Is sprake van een gunstig groeiseizoen, met tijdig neerslag, dan kan de markt behoorlijk worden verlicht. Prijsniveaus van €250 of hoger zijn voor tarwe ver bovengemiddeld. De kans is dan ook aannemelijk dat naar volgende zomer toe een flinke correctie plaatsvindt.
Fysieke markt boven €300
De termijnmarkt mag het niveau van €300 nog niet hebben bereikt, in de fysieke markt is dat wel zichtbaar. De Rotterdamse notering voor voertarwe komt deze week op €306 per ton. Dit prijsniveau werd niet eerder behaald. Maïs staat op €294 en gerst komt op €297. Regionale beursnoteringen zitten eveneens in de lift met tarweprijzen tussen de €260 en €276 per ton. Een fysieke prijs die zo'n 10% onder de Matif ligt is normaal. In Duitsland liggen de prijzen iets hoger. Daar wordt voor maaltarwe in onder andere Hamburg al €300 betaald. Voertarwe noteert €289.