Granenmarkt maakt een pas op de plaats

Het maartcontract voor tarwe steeg op de Matif gisteren met €3,50 naar €315,25 per ton. Op de CBoT deed tarwe eveneens een klein stapje omhoog met 0,2% om te sluiten op $7.74½ per bushel. Maïs was afgelopen handelssessie de grootste stijger in Chicago en pluste 1,3% om daarmee uit te komen op $6.74¾ per bushel. Soja sloot 0,2% hoger op de CBoT.

In zijn algemeenheid krijgen granen op de CBoT steun van de goede exportcijfers. De exportcijfers van maïs en soja zaten vorige week beide tegen de bovenkant van de exportrange waarop de handel rekende. De granenmarkt heeft moeite met het inschatten van de vorstschade aan de wintertarwe. Zowel handel als boeren kunnen nog maar moeilijk vaststellen hoeveel tarwe is uitgewinterd. Vooral in de regio's waar weinig sneeuw is gevallen is er vrijwel zeker van schade in het gewas dat er vaak al niet al te best op stond na de droge herfst. De wintertarwe voor de komende oogst in de VS heeft in de eerste fases van het groeiseizoen in elk geval flinke tikken te verwerken gekregen zo stellen verschillende bronnen vast. Dat legt in zekere mate een bodem in de tarwemarkt op het moment.

Vraag groei
Op de sojamarkt blijven de droogteproblemen in Argentinië de gemoederen onder handelaren bezig houden. Daarnaast zien enkele analisten tekenen dat de vraag naar soja uit China aan zal trekken de komende tijd. Het strenge coronabeleid is los gelaten en het virus slaat behoorlijk om zich heen. Toch is de verwachting dat de effecten daarvan op de vraag naar soja mee vallen. Analisten zien meer het positieve effect op de economie van het versoepelen van de lockdowns. Ook het plan van China om weer wat makkelijker visa uit te geven steunt de sojakoers. Het oplopende aantal besmettingen zet wel een rem op de stijging van de noteringen.