Prognose zomergraan in de VS geeft stof tot nadenken

Het septembercontract tarwe op de Matif leverde gisteren €6,25 in en sloot op €230,25 per ton. Op de CBoT zat tarwe eveneens in de mineur en sloot 1,7% lager op $6.16 per bushel. Maïs bewoog vooral zijwaarts en liet uiteindelijk een bescheiden plusje zien, met een stijging van 0,3% om te sluiten op $4.75¾ per bushel. Soja liet een meer overtuigende stijging zien en sloot afgelopen handelssessie 1,2% hoger op $13.53 per bushel.

Gisteren kwam USDA met de nieuwe versie van het Crop Progress rapport. Op het gebied van maïs en soja bevatte de nieuwe versie geen grote verrassingen. De stand van de maïs in de 18 belangrijkste staten is verbeterd. 59% van het areaal krijgt nu de status goed of excellente tegen 57% vorige week. Vorig jaar deze week kreeg overigens ook 57% van het areaal de status goed of excellent. Ook soja is er op vooruit gegaan met nu 59% van het areaal dat er goed of excellent op staat. Dat was vorige week nog 54% van het areaal. Regen die er de afgelopen weken is gevallen in de Midwest, wordt nu zichtbaar in de gewassen.

Tegenstrijdige signalen in zomergraan
Zomergerst en -tarwe laat een minder eenduidig beeld zien. In de zes staten waarin vrijwel alle zomertarwe wordt geteeld, krijgt 42% van het areaal de rating goed of excellent. Dat was vorige week 41% en vorig jaar 64%. Zomergerst is er harder op vooruit gegaan in de vijf belangrijkste staten: 54% krijgt de status goed of excellent. Vorige week kreeg 50% de rating goed of excellent. Het verschil tussen herstel in tarwe en gerst is best opmerkelijk te noemen. Op Zuid-Dakota na zijn het dezelfde staten waarop de waarnemingen van het USDA betrekking hebben. In het vorderen met de oogst lopen de zomergranen achter op het vijfjarige gemiddelde. Van de zomertarwe is 24% gedorst, tegen 28% gemiddeld. Van de zomergerst is 28% geoogst tegen gemiddeld 33% in de voorbije vijf jaar. De oogst van de wintertarwe zit er grotendeels op in de VS met 92% gedorst. Dat is gelijk aan het vijfjarige gemiddelde.

De prijs voor Russische Zwarte Zee tarwe zat vorige week voorzichtig in de lift, zo blijkt uit de cijfers van marktbureau Ikar. De prijs is met $2 gestegen naar $250 per ton. Rusland zou overwegen om de minimum exportprijs met $20 te verhogen naar $260 per ton. Verder heeft het bureau de opbrengst prognose voor de tarwe in Rusland verhoogd naar 89,5 miljoen ton. Dat is ruim boven de inschatting van het USDA, die de oogst afgelopen vrijdag in het Wasde-rapport raamde op 85 miljoen ton.

Noodgreep
Ander nieuws op de granenmarkt komt uit Noord-Afrika. Egypte - een belangrijke koper van commodity's op de wereldmarkt - heeft een overeenkomst gesloten met de Abu Dhabi Exports Office (ADEX) ter waarde van $500 miljoen voor de levering van tarwe voor de komende vijf jaar. De handelsmaatschappij is gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten en is onderdeel van ministerie voor Ontwikkelingshulp. Het bedrijf gaat Egypte voor $100 miljoen per jaar tarwe leveren tegen 'concurrerende prijzen'.

De oorlog in Oekraïne heeft de economie in Egypte aan het wankelen gebracht. De waarde van de Egyptische pond ten opzichte van de Amerikaanse dollar is gehalveerd in anderhalf jaar tijd en de inflatie is opgelopen tot 36,5% volgens de officiële data van de Egyptische autoriteiten. Om tarwe te kunnen kopen, is Egypte leningen aangegaan bij de Islamic Trade Finance Corporation en de Wereldbank. Dat Egypte nu een overeenkomst is aangegaan met ADEX is in die zin niet onlogisch. De handelsmaatschappij biedt namelijk ook kredietmogelijkheden. Het bedrijf is overigens geen onbekende in Egypte. De Egyptische dochter van ADEX boert namelijk op 28.000 hectare in Egypte voor de lokale productie van voedsel.