De kans dat er in 2018 bovenop de generieke korting van 8,3 procent nog extra op de verdeelde fosfaatrechten moet worden afgeroomd, is bepaald niet ondenkbaar. De landbouworganisaties sloegen het advies van staatssecretaris Martijn van Dam om dat nu meteen maar te doen in de wind.
Deze week maakte de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer bekend dat er 8,3 procent wordt afgeroomd op de fosfaatrechten die de circa 10.500 niet-grondgebonden melkveehouders in 2018 krijgen toegewezen. De fosfaatproductie van de Nederlandse melkveehouderijsector lag op 2 juli 2015 - de referentiedatum voor toewijzing van fosfaatrechten – op 89,4 miljoen kilo fosfaat. Dat is 4,5 miljoen kilo boven het sectorplafond voor melkvee van 84,9 miljoen kilogram.
Buitengewone situaties
Doordat grondgebonden bedrijven geheel en bedrijven met een gering fosfaatoverschot gedeeltelijk worden ontzien bij het opleggen van de generieke korting, wilde Van Dam 7,3 procent korten. Maar omdat hij nu ook vanaf 1 januari 2014 gestarte bedrijven en bedrijven in buitengewone situaties gaat ontzien, komt er een extra korting van 1 procent bovenop. Dit brengt de totale korting op 8,3 procent.
Van Dam wilde 9,8 procent korting
Van Dam wilde eigenlijk nog een stapje verder gaan en een extra veiligheidsmarge van 1,5 procent inbouwen. Fosfaatrechten zijn namelijk gebaseerd zijn forfaitaire productie, waardoor de daadwerkelijke fosfaatproductie jaarlijks kan afwijken van de theoretische. Hij stelde dan ook voor de totale generieke korting op 9,8 procent te zetten. Die marge kan volgens hem van pas komen. Bijvoorbeeld om een jaar met hogere fosforgehaltes in het ruwvoer op te vangen. Zo zorgde een hoger fosforgehalte in zowel kuilgras als in vers gras in 2014 voor 4 miljoen kilo meer fosfaatproductie. Maar ook om tegenvallers op te vangen die zich kunnen voordoen door toekenning van extra fosfaatrechten als gevolg van lopende bezwaar- en beroepsprocedures.
Advies van de sector
LTO, NMV en het NAJK adviseerden Van Dam vriendelijk doch dringend om de extra korting niet toe te passen. Daarvoor voeren ze verschillende redenen aan. Melkveehouderijvoorman Kees Romijn van LTO: “De hoogte van de fosfaatproductie in de melkveehouderij op zichzelf niet leidend is voor Brussel. De Europese Commissie kijkt alleen naar de totale nationale fosfaatproductie van 172,9 miljoen kilo en daar zit nog extra ruimte. Die extra veiligheidsmarge is er dus eigenlijk al.” Maar als alle andere veehouderijsectoren, waar de jaarlijkse fosfaatproductie ook schommelt, ook zo denken? Wat dan?
Geen voorzet aan rechters
Daarnaast is het volgens Romijn zo dat Brussel individuele uitschieters in fosfaatproductie door natuurlijke omstandigheden niet zwaar meeweegt in de uiteindelijke beoordeling van het al of niet verlenen van derogatie. Romijn voert nog een extra reden op voor het niet hanteren van een extra veiligheidsmarge in de generieke korting. “Dan is het net alsof we er al rekening mee houden dat de rechters de procederende melkveehouders gelijk gaan geven. Die voorzet gaan we niet geven.”
Extra veiligheidsmarge
Ook dagelijks bestuurder Bart de Hoog van het NAJK wil niks weten van een extra veiligheidsmarge. Hij stelt dat de combinatie van fosfaatrechten, voerspoor en Kringloopwijzer voldoende borging biedt: “Hoe de werkelijke melkveefosfaatproductie zich volgend jaar ontwikkelt in verhouding tot het fosfaatplafond is afhankelijk van een aantal praktische factoren. Een belangrijke factor is het voerspoor. Deze heeft in 2017 een groot effect gehad. Wanneer melkveehouders volgend jaar mogen werken met de KringloopWijzer, blijft voor een grote groep melkveehouders de prikkel bestaan om te letten op hun fosfaatefficiëntie. In mijn beleving zal de fosfaatproductie altijd lager zijn dan het melkveefosfaatplafond van 84,9 miljoen kilo.”
Twijfels over Kringloopwijzer
Juist daarin zit de crux: Het is nog allerminst zeker dat melkveehouders de efficiencyvoordelen uit de Kringloopwijzer in 2018 mogen benutten. Brussel zal de Kringloopwijzer als meetmethode moeten accepteren. Er zijn bij het ministerie gerede twijfels of dat gaat lukken. Kees Romijn vertrouwt er echter op dat het voor elkaar komt. "Doordat alle benodigde gegevens van boeren nu automatisch worden ingevoerd, is de borging vrijwel waterdicht geworden. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat ze dit wel gaan accepteren."
Risico's
Zo blijven er ondanks de komst van fosfaatrechten de nodige risico’s op het overschrijden van het fosfaatplafond en daarmee de goodwill voor derogatie van Brussel. De vraag rijst dan ook of de landbouworganisaties de pijn van een extra veiligheidsmarge niet beter toch meteen kunnen nemen. Als melkveehouders in 2018 toch weer worden geconfronteerd met extra kortingen op fosfaatrechten komen, heb je de poppen opnieuw aan het dansen.
Gewaarschuwd
De landbouworganisaties kunnen dan niet aankomen met het argument dat er niet gewaarschuwd is. In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft Van Dam: "Ik heb hen er op gewezen dat als de totale fosfaatproductie alsnog hoger uit lijkt te gaan vallen dan het sectorplafond een additionele generieke korting volgend jaar noodzakelijk is. De sectororganisaties begrijpen die consequentie van het niet-hanteren van een veiligheidsmarge."