Inside: Zuivelmarkt

Verdeelt vreemde arbeid melkveehouderij?

30 Oktober 2017 - Herma van den Pol

De verschillen binnen de melkveehouderij zijn groot en zijn door de discussie over het fosfaatrechtenstelsel verder uitvergroot. Toch is er nog een gemene deler die de groei van veehouders bepaalt. Gaat die nu, net zoals in de varkenshouderij, resulteren in een tweedeling?

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

"Wij komen op voor de familiebedrijven", zo klonk het donderdag 26 oktober op het plein voor het gebouw van de Europese Commissie (EC). De European Milk Board (EMB) voerde een symbolische actie, nadat de actuele cijfers van de productiekosten, berekend door de EMB, een schrikbarend beeld lieten zien.

De kosten om melk te produceren, zijn relatief hoog

Hoe hoog zijn de productiekosten?
België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk en Nederland slaagden erin om in 2016 tezamen 53% van de Europese melkplas te produceren. Dit zijn tevens de landen waarin de kosten om melk te produceren, relatief hoog zijn. Zo berekende het EMB voor Nederland een kostprijs van €0,4266 per kilo, voor Duitsland een prijs van €0,4117 per kilo en komt de Belgische veehouder weg met een prijs van €0,4137 per kilo.

De Deense veehouder doet het met €0,3977 per kilo nog redelijk goed en de kostprijs voor de Franse veehouder ligt op €0,4102 per kilo. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat het om gemiddeldes gaat. Zo kennen Duitsland en Frankrijk zogenaamde 'bergboeren' en worden in de kleinere landen de kosten hoger, wegens regeldruk door milieuzaken.

Het positieve nieuws is dat zowel in Frankrijk als in Duitsland de productiekosten daalden. In Frankrijk met 2,9% in Duitsland met 2,3%. Stabiel zijn ze in Denemarken. Nederland noteert een plus van 0,5% en België een plus van 1,9%.

Buffer nodig
Zowel in de periode 2012/2013 als in 2015/2016 kwamen melkveehouders geld tekort. Voor de banken de reden om op te roepen tot het aanleggen van een financiële buffer. Daarbij zijn Nederlandse veehouders, vergeleken met de Belgische collega's, zwaarder gefinancierd.

Reken je niet rijk

Het is tevens de reden dat de melkveehouders vandaag de dag, ondanks een stevige melkprijs, weinig investeren. Dat laat de Rabobank weten. In het Nederlandse scenario speelt ook de onzekerheid rondom fosfaat mee. Op 31 oktober volgt de uitslag in het hoger beroep, maar accountancy waarschuwen veehouders nu al zich niet rijk te rekenen als ze winnen. Dit omdat ze bij invoering van het stelsel alsnog in aantallen terug moeten. Die teruggang is het gevolg van de beperkte regeling voor fosfaatrechten.

Om de kosten te drukken gingen veel Duitse melkveehouders over op de inzet van Oost-Europees personeel. In Nederland is dit nog niet gangbaar. Daar was voor veel melkveehouders de inzet van vreemd personeel juist de grens voor groei. 

Grootste percentage familiebedrijf in België
De cijfers van de EMB staven dit. Wanneer gekeken wordt naar de jaarlijkse werkunits (AWU), schrijft Nederland een gemiddelde van 1,81. Wanneer alleen gekeken wordt naar de bedrijven die het werk met behulp van familie invullen, ligt het cijfer op 1,54. In buurland België komen die getallen uit op 1,79 (alle arbeid) en 1,75 (familie). Het houdt in dat het grootste percentage familiebedrijven in België te vinden is. In Denemarken is dit op percentage het laagst.

Wanneer naar de ontwikkeling in Nederland gekeken wordt, blijkt dat er een groep ondernemers opstaat die vreemde arbeid inzet, afgezet tegen een groep die terugdeinst voor de inzet daarvan. Daarmee begint de melkveehouderij meer te lijken op de varkenshouderij, ingevuld met hele grote en hele kleine spelers. Is het nu grondgebonden tegen intensief, of is het al ondernemer versus familiebedrijf?         

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden