Coöperatie FrieslandCampina heeft de voorlopige voorstellen om de reglementen in 2019 aan te passen gepresenteerd. Veel was al bekend, maar er zijn ook een aantal minder bekende aanpassingen onthuld. Zo moeten de Duitse melkveehouders verplicht overstappen op VLOG. Wat verandert er nog meer?
Op de laatste donderdag van september (donderdag 27 september) gaan de uitnodigingen voor de ledenvergaderingen bij FrieslandCampina de deur uit. Daarna beginnen de gesprekken over de aangepaste voorstellen, maar pas als de ledenraad heeft ingestemd worden de voorstellen actief. Als dat gebeurt, dan gaan de voorstellen vanaf 1 januari 2019 gelden. Er is echter 1 onderdeel dat sowieso uitgesteld is: de basiszuivelcorrectie.
Prestatietoeslag
Wat niet verandert, is de afname en leveringsplicht. Daarnaast blijft elk lid de garantieprijs en prestatietoeslag ontvangen. In het verleden was de prestatietoeslag vooral een verantwoording van de winst op onder meer babyvoeding en andere hoge margeproducten. In de toekomst moet de prestatietoeslag echter ook uiting geven aan de winst op de bijzondere melkstromen, waaronder de voorgestelde Toplijn.
Wat daarentegen wel verandert, is dat de coöperatie de garantieprijs niet meer onbeperkt gaat betalen voor elke liter melk die geleverd wordt. Het gaat om de korting van €0,10. Voor de jaren 2019 en 2020 is de marktconforme groei vastgesteld op 1,5%. De coöperatie zal de groei voor 2021 en 2022 in 2019 vaststellen.
De vaststelling van het individuele quotum is aan de hand van de diverse criteria gebeurd. Voor de meeste melkveehouders pakte de referentie van 2017 het gunstigste uit en voor een ander deel is het vergelijkingsvolume 2015 later toegevoegd. De zogenaamde 'optie 6' bleek met name relevant te zijn voor degenen die sinds 2015 geen hogere melkproductie hebben gerealiseerd, de veestapel niet aanpasten, maar wel rechten kochten.
Daarnaast zijn er nog 3 andere referenties, namelijk 17 april 2016 tot en met 16 april 2017, het gemiddelde van 17 april 2015 tot en met 16 april 2018 en de periode 17 april 2017 tot en met 16 april 2018.
Is de korting nodig?
Pas wanneer de melkplas (qua omvang) boven de referentie uitkomt, gaat de korting gelden bij de melkveehouders die meer melk leverden dan het eigen quotum toelaat. En vanaf 2019 wordt (via Melkweb) het collectieve aanbod zichtbaar. Voor de verrekening vindt nog een positieve correctie plaats als er bedrijven zijn gestopt of weggegaan zijn.
Hoe werkt het dan precies? Als een melkveehouder stopt of overstapt naar een andere verwerker, komen de liters ten goede aan het collectief. Er is dan overigens ook nog latente ruimte (als het quotum niet benut wordt). Ieder half jaar wordt de extra ruimte, voordat de korting van €0,10 wordt doorgevoerd (wanneer nodig), definitief. "Elke groeier krijgt dus een gelijk deel."
- FrieslandCampina
Er is een sluiproute. Dat is het aangaan van een samenwerking met een bedrijf. Na 5 jaar kan het ene lid namelijk de melk van de ander overnemen. Als deze maatregelen er niet zijn, dan bestaat de angst voor een toestroom van extra melk.
Elk half jaar een verrekening
De verrekening van de inhouding vindt elk half jaar plaats, middels de interim-uitkering en de prestatietoeslag. "De verrekening kan nooit hoger zijn dan de toeslag", aldus FrieslandCampina. Mocht aan het eind van het jaar blijken dat de prestatietoeslag onvoldoende is om de heffing te verrekenen, dan gaat dit gebeuren via het melkgeld (maximaal 25% van het melkgeld).
Een vraag die in het veld opduikt, is: is het echt nodig? Echter, daar laten Jeroen Elfers, directeur coöperatieve zaken bij FrieslandCampina, en Frans Keurentjes, voorzitter van de coöperatie, geen twijfel over bestaan. "Via de fosfaatwijzer weten we dat er binnen de rechten nog veel ruimte is en mogelijkheden zijn om meer melk te leveren." Over hoeveel melk het gaat, laat de zuivelcoöperatie niet weten.
En na 2024?
De regels worden na 2024 weer wat anders, met name de inhouding van de €0,10 wordt iets anders. Vanaf dat moment wordt namelijk het gemiddelde volume van de afgelopen 5 jaar ingezet. Wanneer dit hoger is dan de referentie (een som van het individuele volume plus de marktconforme groei en toegekende latente ruimte), er collectief gezien te veel melk is en het eigen volume overschreden wordt, dan geldt er alleen een inhouding voor de liters boven het 5-jarig gemiddelde. Het verschil wordt echter wel collectief verrekend. Daarmee is het volume van de voorgaande 5 jaar het nieuwe 'quotum'.
Wat verandert er nog meer?
Daarnaast komt FrieslandCampina ook met een melkgeldreglement (ook voor biologische melkveehouders). Voor biologische melkveehouders gaan ook aanvullende eisen gelden, die gericht zijn op de voorwaarden die China aan biologische melk stelt (China Organic Standard). Zo mag vee alleen van andere biologische bedrijven gekocht worden. Ook gaan de aanvullende eisen van de stichting De Natuurweide gelden.
In Duitsland wordt daarnaast een stap gezet in het terugbrengen van het aantal bijzondere melkstromen; zo wordt VLOG-melk een vereiste. Daarbij wordt er in Nederland gewerkt aan de Toplijn Zuivel. Ook wordt het aantrekkelijker om mee te doen aan de bijzondere melkstromen, omdat hier kansen ontstaan voor groei zonder korting. Zo wordt bij meer vraag dan aanbod gekeken of andere leden mee willen door aan bijvoorbeeld 'Noord-Hollandse melk'. Is er geen animo, dan krijgen bestaande leveranciers er minimaal 1 jaar extra quotum bij.
Voor de leden die niet meedoen aan de bijzondere melkstromen kunnen deze wel winst opleveren, via de prestatietoeslag. Alles bij elkaar moet de groei in de toekomst meer in balans komen met de verwaarding. Werkt dit luiheid in de hand? "Nee", zeggen de mannen. "Iedereen is hier erg gemotiveerd om de beste resultaten te behalen."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Op de laatste donderdag van september (donderdag 27 september) gaan de uitnodigingen voor de ledenvergaderingen bij FrieslandCampina de deur uit. Daarna beginnen de gesprekken over de aangepaste voorstellen, maar pas als de ledenraad heeft ingestemd worden de voorstellen actief. Als dat gebeurt, dan gaan de voorstellen vanaf 1 januari 2019 gelden. Er is echter 1 onderdeel dat sowieso uitgesteld is: de basiszuivelcorrectie.
Prestatietoeslag
Wat niet verandert, is de afname en leveringsplicht. Daarnaast blijft elk lid de garantieprijs en prestatietoeslag ontvangen. In het verleden was de prestatietoeslag vooral een verantwoording van de winst op onder meer babyvoeding en andere hoge margeproducten. In de toekomst moet de prestatietoeslag echter ook uiting geven aan de winst op de bijzondere melkstromen, waaronder de voorgestelde Toplijn.
Wat daarentegen wel verandert, is dat de coöperatie de garantieprijs niet meer onbeperkt gaat betalen voor elke liter melk die geleverd wordt. Het gaat om de korting van €0,10. Voor de jaren 2019 en 2020 is de marktconforme groei vastgesteld op 1,5%. De coöperatie zal de groei voor 2021 en 2022 in 2019 vaststellen.
De vaststelling van het individuele quotum is aan de hand van de diverse criteria gebeurd. Voor de meeste melkveehouders pakte de referentie van 2017 het gunstigste uit en voor een ander deel is het vergelijkingsvolume 2015 later toegevoegd. De zogenaamde 'optie 6' bleek met name relevant te zijn voor degenen die sinds 2015 geen hogere melkproductie hebben gerealiseerd, de veestapel niet aanpasten, maar wel rechten kochten.
Daarnaast zijn er nog 3 andere referenties, namelijk 17 april 2016 tot en met 16 april 2017, het gemiddelde van 17 april 2015 tot en met 16 april 2018 en de periode 17 april 2017 tot en met 16 april 2018.
Is de korting nodig?
Pas wanneer de melkplas (qua omvang) boven de referentie uitkomt, gaat de korting gelden bij de melkveehouders die meer melk leverden dan het eigen quotum toelaat. En vanaf 2019 wordt (via Melkweb) het collectieve aanbod zichtbaar. Voor de verrekening vindt nog een positieve correctie plaats als er bedrijven zijn gestopt of weggegaan zijn.
Hoe werkt het dan precies? Als een melkveehouder stopt of overstapt naar een andere verwerker, komen de liters ten goede aan het collectief. Er is dan overigens ook nog latente ruimte (als het quotum niet benut wordt). Ieder half jaar wordt de extra ruimte, voordat de korting van €0,10 wordt doorgevoerd (wanneer nodig), definitief. "Elke groeier krijgt dus een gelijk deel."
- FrieslandCampina
Er is een sluiproute. Dat is het aangaan van een samenwerking met een bedrijf. Na 5 jaar kan het ene lid namelijk de melk van de ander overnemen. Als deze maatregelen er niet zijn, dan bestaat de angst voor een toestroom van extra melk.
Elk half jaar een verrekening
De verrekening van de inhouding vindt elk half jaar plaats, middels de interim-uitkering en de prestatietoeslag. "De verrekening kan nooit hoger zijn dan de toeslag", aldus FrieslandCampina. Mocht aan het eind van het jaar blijken dat de prestatietoeslag onvoldoende is om de heffing te verrekenen, dan gaat dit gebeuren via het melkgeld (maximaal 25% van het melkgeld).
Een vraag die in het veld opduikt, is: is het echt nodig? Echter, daar laten Jeroen Elfers, directeur coöperatieve zaken bij FrieslandCampina, en Frans Keurentjes, voorzitter van de coöperatie, geen twijfel over bestaan. "Via de fosfaatwijzer weten we dat er binnen de rechten nog veel ruimte is en mogelijkheden zijn om meer melk te leveren." Over hoeveel melk het gaat, laat de zuivelcoöperatie niet weten.
En na 2024?
De regels worden na 2024 weer wat anders, met name de inhouding van de €0,10 wordt iets anders. Vanaf dat moment wordt namelijk het gemiddelde volume van de afgelopen 5 jaar ingezet. Wanneer dit hoger is dan de referentie (een som van het individuele volume plus de marktconforme groei en toegekende latente ruimte), er collectief gezien te veel melk is en het eigen volume overschreden wordt, dan geldt er alleen een inhouding voor de liters boven het 5-jarig gemiddelde. Het verschil wordt echter wel collectief verrekend. Daarmee is het volume van de voorgaande 5 jaar het nieuwe 'quotum'.
Wat verandert er nog meer?
Daarnaast komt FrieslandCampina ook met een melkgeldreglement (ook voor biologische melkveehouders). Voor biologische melkveehouders gaan ook aanvullende eisen gelden, die gericht zijn op de voorwaarden die China aan biologische melk stelt (China Organic Standard). Zo mag vee alleen van andere biologische bedrijven gekocht worden. Ook gaan de aanvullende eisen van de stichting De Natuurweide gelden.
In Duitsland wordt daarnaast een stap gezet in het terugbrengen van het aantal bijzondere melkstromen; zo wordt VLOG-melk een vereiste. Daarbij wordt er in Nederland gewerkt aan de Toplijn Zuivel. Ook wordt het aantrekkelijker om mee te doen aan de bijzondere melkstromen, omdat hier kansen ontstaan voor groei zonder korting. Zo wordt bij meer vraag dan aanbod gekeken of andere leden mee willen door aan bijvoorbeeld 'Noord-Hollandse melk'. Is er geen animo, dan krijgen bestaande leveranciers er minimaal 1 jaar extra quotum bij.
Voor de leden die niet meedoen aan de bijzondere melkstromen kunnen deze wel winst opleveren, via de prestatietoeslag. Alles bij elkaar moet de groei in de toekomst meer in balans komen met de verwaarding. Werkt dit luiheid in de hand? "Nee", zeggen de mannen. "Iedereen is hier erg gemotiveerd om de beste resultaten te behalen."